27 De stier en de bok voor de zondeoffers, waarvan het bloed de heilige plaats was binnengebracht om verzoening te doen, moeten buiten het kamp worden gebracht. De huid, het vlees en de darminhoud moeten verbrand worden.+
27 De stier van het zondeoffer en de bok van het zondeoffer, waarvan het bloed werd binnengebracht om in de heilige plaats verzoening te doen, zal hij echter buiten de legerplaats laten brengen; en men moet hun huid en hun vlees en hun drek in het vuur verbranden.+