32 De leider van de familiehoofden van de Levieten was Elea̱zar,+ de zoon van de priester Aäron. Hij hield toezicht op degenen die zorg droegen voor de heilige plaats.
32 En de overste van de oversten der levieten was Elea̱zar,+ de zoon van Aä̱ron, de priester, die het toezicht had over hen die de plicht ten opzichte van de heilige plaats waarnamen.