11 Ze moeten het klaarmaken op de 14de dag van de tweede maand,+ in de avondschemering.* Samen met ongezuurd brood en bittere kruiden moeten ze het eten.+
11 In de tweede maand,+ op de veertiende dag, tussen de twee avonden, dienen zij het te bereiden. Met ongezuurde broden en bittere kruiden dienen zij het te eten.+