14 Jehovah antwoordde Mozes: ‘Als haar vader haar recht in haar gezicht had gespuugd, zou ze die schande dan niet zeven dagen moeten dragen? Laat haar zeven dagen buiten het kamp in quarantaine doorbrengen,+ en daarna mag ze weer in het kamp komen.’
14 Toen zei Jehovah tot Mo̱zes: „Als haar vader haar midden in haar gezicht zou spuwen,+ zou zij dan niet zeven dagen te schande zijn? Laat haar zeven dagen buiten de legerplaats+ in quarantaine worden geplaatst,+ en laat haar daarna weer worden opgenomen.”+