28 Wat is dat voor land waar we heen gaan? Onze broeders hebben ons de moed ontnomen*+ door te zeggen: ‘Die mensen daar zijn groter en sterker dan wij, en hun steden zijn groot en tot aan de hemel versterkt,*+ en we hebben daar de zonen van de Enakieten+ gezien.’”
28 Waarheen trekken wij op? Onze broeders hebben ons hart doen smelten,+ door te zeggen: „Een volk, groter en rijziger dan wij,+ steden, groot en tot aan de hemel versterkt,+ en ook de zonen van de Enakieten+ zagen wij daar.”’