3 Geen enkele Ammoniet of Moabiet mag deel uitmaken van de gemeente van Jehovah.+ Zelfs tot in de tiende generatie mag niemand van hun nakomelingen ooit deel uitmaken van de gemeente van Jehovah.
3 Geen Ammoniet noch Moabiet* mag in de gemeente van Jehovah komen.+ Zelfs tot het tiende geslacht mag tot onbepaalde tijd niemand van hen in de gemeente van Jehovah komen,