3 De broers van zijn moeder gaven die boodschap door aan alle leiders van Sichem. Die werden overgehaald om Abime̱lech te volgen,* want ze zeiden: ‘Hij is een van ons.’
3 De broeders van zijn moeder gingen dus al deze woorden over hem spreken ten aanhoren van alle grondbezitters van Si̱chem, zodat hun hart zich tot Abime̱lech neigde,+ want zij zeiden: „Hij is onze eigen broeder.”+