5 Toen omsingelden de inwoners* van Gi̱bea ’s nachts het huis. Ze wilden me vermoorden, maar in plaats daarvan hebben ze mijn bijvrouw verkracht en ze is gestorven.+
5 Toen stonden de grondbezitters van Gi̱bea tegen mij op en omsingelden ’s nachts het huis met kwade bedoelingen tegen mij. Mij dachten zij te doden, maar mijn bijvrouw hebben zij verkracht,+ en zij is ten slotte gestorven.+