21 Hij had Israël van het huis van David weggescheurd, en Israël had Jero̱beam, de zoon van Ne̱bat, koning gemaakt.+ Maar Jero̱beam liet Israël afdwalen van Jehovah, en hij zette hen aan tot een grote zonde.
21 Want hij scheurde I̱sraël van het huis van Da̱vid af, waarop zij Jero̱beam, de zoon van Ne̱bat, koning maakten; en Jero̱beam+ trok I̱sraël voorts van het volgen van Jehovah af, en hij deed hen zondigen met een grote zonde.+