9 Hij brandde het huis van Jehovah tot de grond toe af,+ en ook het huis* van de koning+ en alle huizen van Jeruzalem.+ Alle huizen van de vooraanstaande mannen gingen in vlammen op.+
9 Hij dan verbrandde het huis van Jehovah+ en het huis van de koning+ en alle huizen van Jeru̱zalem;+ en het huis van ieder groot man* verbrandde hij met vuur.+