15 en hij geeft terug wat hij als onderpand genomen heeft,+ vergoedt wat hij geroofd heeft+ en houdt zich aan* de voorschriften die tot leven leiden door niet te doen wat slecht is, dan zal hij zeker in leven blijven.+ Hij zal niet sterven.
15 [en] de goddeloze zelfs het in pand gegevene teruggeeft,+ zelfs het weggeroofde+ terugbetaalt [en] werkelijk in de inzettingen des levens wandelt door geen onrecht te doen,+ zal hij beslist blijven leven.+ Hij zal niet sterven.