15 Maar laat de stronk met zijn wortels* in de grond staan, met een band van ijzer en van koper, tussen het gras van het veld. Laat hem vochtig worden van de dauw van de hemel en laat hem de plantengroei van de aarde delen met de dieren.+
15 LAAT zijn wortelstomp evenwel in de aarde staan, en wel met een band van ijzer en van koper, tussen het gras van het veld; en door de dauw van de hemel worde hij bevochtigd, en met het gedierte zij zijn deel tussen de plantengroei der aarde.+