-
Aantekeningen Johannes — Hoofdstuk 1Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
De eniggeboren god: Johannes heeft het hier over het Woord, ‘Jezus Christus’, die hij eerder ‘een god’ heeft genoemd (Jo 1:1, 17). Johannes spreekt over Jezus als de eniggeboren Zoon van God (Jo 1:14; 3:16). In dit gedeelte noemt Johannes Jezus ‘de eniggeboren god’, een uitdrukking die Jezus’ unieke positie in Gods regeling beklemtoont. Jezus kan terecht ‘een god’ worden genoemd vanwege de manier waarop het woord god in de Bijbel wordt gebruikt. Deze titel brengt de grondgedachte over van een machtige en wordt in de Bijbel ook voor mensen gebruikt (Ps 82:6; zie aantekeningen bij Jo 1:1 en 10:34). Jezus is ‘een god’ of machtige omdat hij macht en gezag heeft gekregen van de almachtige God, de Vader (Mt 28:18; 1Kor 8:6; Heb 1:2). Omdat Jezus de enige is die rechtstreeks door God is geschapen en de enige via wie alles is ‘ontstaan’ (Jo 1:3), wordt hij terecht ‘de eniggeboren god’ genoemd. Deze uitdrukking laat zien dat Jezus een hogere positie en meer glorie heeft dan alle andere geestenzonen van God. Zoals in sommige Bijbelvertalingen te zien is, staat er in enkele manuscripten ‘de eniggeboren Zoon’. Maar in de oudste en meest gezaghebbende manuscripten staat ‘de eniggeboren god’ (met het bepaald lidwoord in het Grieks) of ‘eniggeboren god’ (zonder het bepaald lidwoord in het Grieks).
dicht bij de Vader is: Of ‘in de boezempositie bij de Vader is’. Lett.: ‘aan de boezem van de Vader’. Deze uitdrukking duidt op een positie van speciale gunst en hechte vriendschap. Het is een stijlfiguur die waarschijnlijk is gebaseerd op de manier waarop maaltijden werden gegeten. De gasten lagen op zo’n manier aan op banken dat iemand tegen de boezem of borst van een goede vriend kon leunen (Jo 13:23-25). Zo wordt Jezus beschreven als de beste vriend van Jehovah, degene die God vollediger en grondiger kon verklaren dan wie maar ook (Mt 11:27).
-