-
Aantekeningen Johannes — Hoofdstuk 1Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
echt een Israëliet in wie geen bedrog is: Alle afstammelingen van Jakob waren Israëlieten, maar Jezus had het ongetwijfeld over meer dan biologische verwantschap. De naam Israël betekent ‘strijder (volharder) met God’ en Jakob kreeg deze naam nadat hij met een engel had geworsteld om een zegen te krijgen. In tegenstelling tot zijn broer Esau had Jakob waardering voor heilige dingen en was hij bereid zich krachtig in te spannen om Gods gunst te krijgen (Ge 32:22-28; Heb 12:16). Wat Jezus tegen Nathanaël zei, liet uitkomen dat hij niet alleen een Israëliet van geboorte was maar ook net zo’n geloof en toewijding aan Gods wil toonde als zijn voorvader Jakob. Jezus’ woorden (die doen denken aan Ps 32:2) geven ook aan dat er niets huichelachtigs of oneerlijks aan Nathanaël was.
-