-
Aantekeningen Johannes — Hoofdstuk 2Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
de tempel: Waarschijnlijk wordt hier het deel van het tempelterrein bedoeld dat bekendstond als het voorhof van de heidenen. (Zie App. B11.)
de verkopers van runderen, schapen en duiven: Onder Gods wet moesten de Israëlieten slachtoffers brengen in de tempel. Ook hadden bezoekers tijdens hun verblijf in Jeruzalem eten nodig. Sommige Israëlieten moesten grote afstanden afleggen om daar te komen, dus de wet stond hun toe hun opbrengst en dieren te verkopen en met het geld in Jeruzalem te kopen wat ze nodig hadden voor de offers (zoals runderen, schapen, geiten en duiven) en voor hun verblijf in de stad (De 14:23-26). In de loop van de tijd zetten verkopers binnen het tempelcomplex handeltjes op om vogels en andere offerdieren te verkopen. (Zie aantekening bij de tempel in dit vers.) Waarschijnlijk waren er handelaars die de mensen afzetten door te hoge prijzen te vragen.
-