Johannes 4:34 Nieuwewereldvertaling van de Bijbel 34 Jezus zei tegen hen: ‘Mijn voedsel is: de wil doen van hem die mij heeft gestuurd+ en zijn werk afmaken.+ Johannes 4:34 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 34 Jezus zei tot hen: „Mijn voedsel+ is, dat ik de wil+ doe van hem die mij heeft gezonden en zijn werk voleindig.+ Johannes Index van Wachttoren-publicaties 1986-2024 4:34 w23.03 7; lff les 22; w20.11 7; it-2 1253; w18.09 4; w13 1/4 4; w11 1/4 6-7; w91 1/8 22; w90 1/3 22; w90 15/8 15-16; pe 60; w89 15/7 6; w86 1/7 20 Johannes Index van Wachttoren-publikaties 1946-1985 4:34 w82 1/11 14-15; w79 15/2 24; w77 601; w76 700; w73 519; w72 495; w69 614; tr 184; w66 388; w65 9, 249; w63 495; wr 32, 42; w62 743, 748; w61 203, 312; w51 43 Johannes Studiehulp voor Jehovah’s Getuigen 2019 4:34 De Wachttoren (studie-uitgave),3/2023, blz. 7 Voor eeuwig gelukkig!, les 22 De Wachttoren (studie-uitgave),11/2020, blz. 7 De Wachttoren (studie-uitgave),9/2018, blz. 4 Inzicht, Deel 2, blz. 1253 De Wachttoren,1/4/2013, blz. 41/4/2011, blz. 6-71/8/1991, blz. 2215/8/1990, blz. 15-161/3/1990, blz. 2215/7/1989, blz. 61/7/1986, blz. 20 Eeuwig leven, blz. 60-61
34 Jezus zei tegen hen: ‘Mijn voedsel is: de wil doen van hem die mij heeft gestuurd+ en zijn werk afmaken.+
34 Jezus zei tot hen: „Mijn voedsel+ is, dat ik de wil+ doe van hem die mij heeft gezonden en zijn werk voleindig.+
4:34 w23.03 7; lff les 22; w20.11 7; it-2 1253; w18.09 4; w13 1/4 4; w11 1/4 6-7; w91 1/8 22; w90 1/3 22; w90 15/8 15-16; pe 60; w89 15/7 6; w86 1/7 20
4:34 w82 1/11 14-15; w79 15/2 24; w77 601; w76 700; w73 519; w72 495; w69 614; tr 184; w66 388; w65 9, 249; w63 495; wr 32, 42; w62 743, 748; w61 203, 312; w51 43
4:34 De Wachttoren (studie-uitgave),3/2023, blz. 7 Voor eeuwig gelukkig!, les 22 De Wachttoren (studie-uitgave),11/2020, blz. 7 De Wachttoren (studie-uitgave),9/2018, blz. 4 Inzicht, Deel 2, blz. 1253 De Wachttoren,1/4/2013, blz. 41/4/2011, blz. 6-71/8/1991, blz. 2215/8/1990, blz. 15-161/3/1990, blz. 2215/7/1989, blz. 61/7/1986, blz. 20 Eeuwig leven, blz. 60-61