-
Aantekeningen Johannes — Hoofdstuk 13Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
de voeten van de discipelen te wassen: In het oude Israël waren sandalen het meest gebruikelijke schoeisel. Met die sandalen, weinig meer dan een zool vastgebonden aan de voet en enkel, was het onvermijdelijk dat de voeten van reizigers vies werden door de stoffige of modderige wegen en velden. Het was daarom de gewoonte dat iemand zijn sandalen uitdeed als hij een huis binnenging, en een goede gastheer zou ervoor zorgen dat de voeten van zijn gast gewassen werden. In de Bijbel wordt dat gebruik een aantal keren vermeld (Ge 18:4, 5; 24:32; 1Sa 25:41; Lu 7:37, 38, 44). Toen Jezus de voeten van zijn discipelen waste, greep hij deze gewoonte aan om hun een aanschouwelijke les te geven in nederigheid en het dienen van elkaar.
die hij om zijn middel had: Of ‘waarmee hij omgord was’. (Zie aantekening bij Jo 13:4.)
-