Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Johannes 14:9
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
    • 9 Jezus zei tegen hem: ‘Zelfs nu ik al zo lang bij jullie ben, heb je me nog niet leren kennen, Fili̱ppus? Wie mij heeft gezien, heeft ook de Vader gezien.+ Hoe kun je dan zeggen: “Laat ons de Vader zien”?

  • Johannes 14:9
    Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
    • 9 Jezus zei tot hem: „Nu ben ik al zo’n lange tijd bij ulieden, en nog hebt gij mij niet leren kennen, Fili̱ppus? Wie mij heeft gezien, heeft [ook] de Vader gezien.+ Hoe kunt gij dan zeggen: ’Toon ons de Vader’?+ 

  • Johannes
    Index van Wachttoren-publicaties 1986-2024
    • 14:9 cf 18; ijwbq artikel 83; cl 22; lff les 17; it-1 250, 1273-1274; it-2 384, 491; jy 274; w15 15/2 5; w92 15/2 11; gt hoofdstuk 116; w90 1/3 19; w90 1/8 8; sh 244, 246; w88 15/5 11

  • Johannes
    Index van Wachttoren-publikaties 1946-1985
    • 14:9 w79 1/8 15; g79 22/6 27-8; w78 15/6 10; lp 97, 124; w76 391; w75 332; w74 373; w73 451, 455, 580; g71 22/12 28; w70 83; wr 39; w62 747; w59 479; w53 91; tf 260

  • Johannes
    Studiehulp voor Jehovah’s Getuigen 2019
    • 14:9

      ‘Mijn volgeling’, blz. 18-19

      Vragen over de Bijbel, artikel 83

      Nader tot Jehovah, blz. 22

      Voor eeuwig gelukkig!, les 17

      Inzicht, blz. 250, 491

      Inzicht, blz. 384, 1273-1274

      De Wachttoren,

      15/2/2015, blz. 5

      15/2/1992, blz. 11

      1/8/1990, blz. 8

      1/3/1990, blz. 19

      15/5/1988, blz. 11

      Jezus: De weg, blz. 274

      Op zoek naar God, blz. 244-246

  • Aantekeningen Johannes — Hoofdstuk 14
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    • 14:9

      Wie mij heeft gezien, heeft ook de Vader gezien: Filippus lijkt met zijn verzoek in Jo 14:8 Jezus te vragen zijn discipelen een zichtbare manifestatie van God te geven, zoiets als Mozes, Elia en Jesaja in een visioen hadden gehad (Ex 24:10; 1Kon 19:9-13; Jes 6:1-5). Aanbidders van God die zulke visioenen kregen zagen niet rechtstreeks God zelf (Jo 1:18). In plaats daarvan zagen ze Gods glorie via een engel die hem vertegenwoordigde of via een andere manifestatie van zijn macht (Ex 33:17-23). Uit Jezus’ antwoord blijkt dat Filippus al iets beters had gezien dan zo’n visioen van God. Omdat Jezus de persoonlijkheid van zijn Vader volmaakt weerspiegelde, was het voor iemand die Jezus zag alsof hij God zelf zag (Mt 11:27). De discipelen hadden ‘de Vader gezien’ in de zin dat ze Gods persoonlijkheid, wil en voornemen zagen door wat Jezus deed en zei. Dus als de Bijbel Jezus beschrijft — de liefde voor zijn vrienden, het medelijden dat hem ertoe aanzette anderen te genezen, de empathie waardoor hij zijn tranen de vrije loop liet en zijn krachtige onderwijs — dan zou de lezer zich kunnen voorstellen dat Jezus’ Vader, Jehovah, die dingen doet en zegt (Mt 7:28, 29; Mr 1:40-42; Jo 11:32-36).

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen