5 Ik ben de wijnstok, jullie zijn de ranken. Als iemand in eendracht met mij blijft en ik in eendracht met hem, dan draagt hij veel vrucht.+ Want los van mij kunnen jullie helemaal niets doen.
5 Ik ben de wijnstok, GIJ zijt de ranken. Wie in eendracht met mij blijft, en ik in eendracht met hem, die draagt veel vrucht;+ want gescheiden van mij kunt GIJ in het geheel niets doen.*