-
JohannesIndex van Wachttoren-publikaties 1946-1985
-
-
18:36 w84 15/12 16; pe 116; w81 15/8 19; w80 15/9 7; g80 22/1 28; w79 15/4 4; g75 8/3 7; w74 294; ka 65; w73 9; tp73 126; g73 22/4 18; w72 468; kj 61, 152; w71 724; w68 170; w66 14, 38; w65 4; gv 22; w64 211, 237, 582; g64 8/8 7; w63 253, 676; ns 244; w62 228, 233; g62 8/4 7; g62 8/7 12; g61 8/5 28; w57 376; ni 8; w47 259; na46 19
-
-
Aantekeningen Johannes — Hoofdstuk 18Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
Mijn Koninkrijk is geen deel van deze wereld: Jezus gaf niet rechtstreeks antwoord op Pilatus’ vraag: ‘Wat hebt u gedaan?’ (Jo 18:35) Hij concentreerde zich op de eerste vraag van Pilatus: ‘Bent u de Koning van de Joden?’ (Jo 18:33) In zijn korte antwoord noemde Jezus drie keer het Koninkrijk waarvan hij Koning zou worden. Door te zeggen dat zijn Koninkrijk ‘geen deel van deze wereld is’, maakte Jezus duidelijk dat het Koninkrijk niet van menselijke oorsprong is. Dat komt overeen met eerdere uitspraken over ‘het Koninkrijk van de hemel’ en ‘Gods Koninkrijk’ (Mt 3:2; Mr 1:15). Jezus had ook gezegd dat zijn volgelingen ‘geen deel van de wereld’ waren, dat wil zeggen van de onrechtvaardige menselijke samenleving die van God en zijn aanbidders vervreemd is (Jo 17:14, 16). Door wat Jezus eerder tegen Petrus had gezegd, liet hij zien dat zijn volgelingen niet hoefden te vechten om hem te verdedigen zoals aanhangers van een menselijke koning zouden hebben gedaan (Mt 26:51, 52; Jo 18:11).
-