Voetnoot
„Tot . . . god.” Hebr.: leʼ·lo·himʹ; Gr.: theʹon; Lat.: deʹum; LXXVg hebben ʼelo·himʹ als mv. ter aanduiding van uitnemendheid opgevat en het daarom in het enk. weergegeven.
„Tot . . . god.” Hebr.: leʼ·lo·himʹ; Gr.: theʹon; Lat.: deʹum; LXXVg hebben ʼelo·himʹ als mv. ter aanduiding van uitnemendheid opgevat en het daarom in het enk. weergegeven.