Voetnoot
„Hem weggezonden, zodat hij in vrede kon gaan? (25) Of kent gij werkelijk niet de slechtheid van Abner, de zoon van Ner?”, LXX.
„Hem weggezonden, zodat hij in vrede kon gaan? (25) Of kent gij werkelijk niet de slechtheid van Abner, de zoon van Ner?”, LXX.