Voetnoot
„Gij hadt geen hand mogen uitsteken naar zijn vermogen”, door een correctie; M: „gij [in het Hebr. vr. mv.] hadt [u] niet mogen uitstrekken naar zijn vermogen.”
„Gij hadt geen hand mogen uitsteken naar zijn vermogen”, door een correctie; M: „gij [in het Hebr. vr. mv.] hadt [u] niet mogen uitstrekken naar zijn vermogen.”