Voetnoot
c McClintock en Strongs Cyclopedia (Deel X, blz. 519) bericht: „Het christendom kon gewoon niet aan de aandacht van de keizers ontsnappen wegens de opschuddingen die onder het volk werden teweeggebracht door heidense priesters, die de opmerkelijke vooruitgang van dat geloof met ontsteltenis gadesloegen, en Trajanus [98-117 G.T.] werd er bijgevolg toe gebracht edicten uit te vaardigen voor de geleidelijke onderdrukking van de nieuwe leer, die mensen in haters van de goden veranderde. De ambtsperiode van Plinius de Jongere als stadhouder van Bithynië [dat aan de noordgrens van de Romeinse provincie Asia lag] werd bemoeilijkt door aangelegenheden die het gevolg waren van de snelle verbreiding van het christendom en de daaruit voortvloeiende woede van de heidense bevolking in zijn provincie.”