Voetnoot
a Samuël bracht zelf Agag ter dood. Die slechte koning en ook zijn familie verdienden geen genade. Eeuwen later was er blijkbaar nog een afstammeling van Agag, „Haman, de Agagiet”. Hij probeerde heel Gods volk uit te roeien (Esth. 8:3; zie hoofdstuk 15 en 16 van dit boek).