Voetnoot
a In de koran staat in soera 2:173, 174 (volgens de officiële Nederlandse vertaling, uitgave van 1953) het volgende: „O gij die gelooft, eet van de goede dingen, waarmee Wij u hebben voorzien en dankt Allah, indien gij Hem alleen aanbidt. Hij heeft u slechts het gestorvene, het bloed, het varkensvlees en datgene, waarover een andere naam, dan die van Allah is uitgeroepen, verboden. Maar hij, die gedwongen is en dit niet wenst en geen overtreder is, op hem rust geen zonde. Want Allah is Vergevensgezind, Genadevol.”
In de uitgave getiteld „The Koran: „Commonly Called The Alcoran of Mohammed”, in 1850 uitgegeven door William Teggs & Company, Londen, staat op bladzijde 20, bij het woord „uitgeroepen” in het bovenaangehaalde gedeelte, de volgende voetnoot: „Dat is de reden waarom de mohammedanen, als zij een dier slachten om het te eten, altijd Bismi··llah zeggen, of In de naam van God; zij denken dat als zij dit niet zeggen, het niet wettelijk toegestaan is ervan te eten.”