Voetnoot
b Vóór Enos’ tijd had Jehovah met Adam gesproken. Abel had Jehovah een aanvaardbaar offer gebracht. God had zelfs contact met Kaïn gehad voordat die er door jaloerse woede toe werd gedreven een moord te begaan. Dat ’er een begin mee werd gemaakt de naam van Jehovah aan te roepen’ moet daarom op een nieuw verschijnsel slaan en kan geen verband houden met zuivere aanbidding.