Voetnoot
a Koning David van het oude Israël veroverde de aardse berg Sion, de vesting van de Jebusieten, en maakte die tot zijn hoofdstad (2 Samuël 5:6, 7, 9). Hij bracht ook de heilige Ark naar die lokatie over (2 Samuël 6:17). Omdat de Ark met Jehovah’s tegenwoordigheid in verband werd gebracht, werd Sion als Gods woonplaats aangeduid, waarmee het een passend symbool voor de hemel werd. — Exodus 25:22; Leviticus 16:2; Psalm 9:11; Openbaring 11:19.