Voetnoot
a De betekenis van parousia blijkt uit de tegenstelling tussen de „tegenwoordigheid” en de „afwezigheid” van de apostel Paulus in 2 Korinthiërs 10:10, 11 en in Filippenzen 2:12. Zie voor een uitgebreide bespreking Inzicht in de Schrift, Deel 2, blz. 995-999.