Voetnoot
a De verzoenende waarde van een offerdier was gelegen in zijn bloed, dat God als heilig beschouwde (Leviticus 17:11). Wil dat zeggen dat de meeloffers van de armen waardeloos waren? Nee. Jehovah had beslist waardering voor de nederige, bereidwillige houding waarmee die offers werden gebracht. Bovendien werden de zonden van het hele volk, ook die van de armen, bedekt door het bloed van de dieren die op de jaarlijkse Verzoendag aan God werden geofferd (Leviticus 16:29, 30).