Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g96 8/6 blz. 20-23
  • Omgaan met paniekaanvallen

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Omgaan met paniekaanvallen
  • Ontwaakt! 1996
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Waarom paniek?
  • De grondoorzaken van paniek
  • Is er genezing voor?
  • Een geestelijk probleem?
  • Van onze lezers
    Ontwaakt! 1997
  • Van onze lezers
    Ontwaakt! 1997
  • Van onze lezers
    Ontwaakt! 1998
  • Ingesloten door fobieën
    Ontwaakt! 1987
Meer weergeven
Ontwaakt! 1996
g96 8/6 blz. 20-23

Omgaan met paniekaanvallen

Robert zat op zijn gemak op zijn kantoor. Plotseling begon zijn hart te bonken. Hij ging verschrikt rechtop zitten terwijl het zweet hem op het voorhoofd kwam te staan. Robert was ervan overtuigd dat hij een hartaanval had! Hij pakte de telefoon. „Er is iets afschuwelijks met me aan de hand”, hijgde hij. „Ik heb het gevoel dat ik bewusteloos raak!”

DAT was Roberts eerste ervaring met een paniekaanval. Helaas was het niet zijn laatste. Hetzelfde gevoel overviel hem later in een restaurant en in een winkelcentrum. De paniek deed zich zelfs weer voor toen hij op bezoek was bij vrienden. Het duurde niet lang of de enige „veilige” plek voor Robert was thuis. Geleidelijk raakte hij depressief. „Ik heb zelfs aan zelfmoord gedacht”, bekent hij.

Zes maanden later kreeg Robert bij toeval een kranteartikel onder ogen over paniekaanvallen en agorafobie. Wat hij las, redde hem het leven.

Waarom paniek?

Paniek is de normale reactie van het lichaam op gevaar. Stel u voor dat u een weg oversteekt. Plotseling ziet u een auto met grote snelheid recht op u af komen. Onmiddellijke fysieke en chemische veranderingen in uw lichaam stellen u in staat u vliegensvlug in veiligheid te brengen.

Maar stel u nu eens datzelfde gevoel van paniek voor zonder kennelijke reden. Dr. R. Reid Wilson zegt: „Paniekaanvallen ontstaan wanneer paniek de hersenen ten onrechte op de gedachte brengt dat er onmiddellijk gevaar dreigt. Daar staat u, in het gangpad van de supermarkt; u staat niemand in de weg. Knip. Daar gaat de noodschakelaar om. ’Groot alarm! Alle hens aan dek!’”

Alleen mensen die dergelijke aanvallen aan den lijve hebben ondervonden, kunnen de intensiteit ervan ten volle bevatten. Het blad American Health beschrijft ze als „een stoot adrenaline die vijf minuten of een uur of een dag door uw lichaam giert en dan net zo snel en raadselachtig verdwijnt als hij gekomen is, u krachteloos, uitgeput en vrezend voor de volgende achterlatend”.

De grondoorzaken van paniek

De eerste paniekaanvallen treden meestal op bij de jonge volwassene en ze komen meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Waardoor worden ze veroorzaakt? Er is geen duidelijk antwoord op die vraag. Sommigen zeggen dat de patiënt biologisch voorbeschikt is door een afwijking in het limbisch systeem van de hersenen. Velen zijn van mening dat deze aandoening erfelijk is, terwijl anderen beweren dat de chemie van de hersenen verandert door stress veroorzakende factoren.

In sommige gevallen worden de aanvallen opgeroepen door herinneringen aan traumatische ervaringen, zoals oorlog, verkrachting of misbruik als kind. Uit een onderzoek bleek dat paniekstoornissen bij incestslachtoffers procentueel dertienmaal zo vaak voorkomen als bij de gemiddelde bevolking. Ja, hoewel paniekaanvallen en andere syndromen erkende problemen op zich zijn, kunnen ze ook zijn wat de schrijfster E. Sue Blume betitelt als „spaken met incest als naaf”.

Natuurlijk worden niet alle paniekaanvallen opgeroepen door een trauma. Maar dr. Wayne Kritsberg waarschuwt dat wanneer dat het geval is, „met de behandeling van de secundaire gevolgen van het misbruik — in plaats van het oorspronkelijke trauma te genezen — het probleem niet voorgoed opgelost zal worden. Het zou zijn alsof je een hoestdrank gebruikte om een geval van longontsteking te genezen.”

Is er genezing voor?

Paniekaanvallen kunnen onder controle worden gebracht. Velen bij wie de angst voor paniek hen aan huis gebonden hield, zijn geholpen door een therapie waarbij de patiënt wordt blootgesteld aan de situatie die hij vreest en geholpen wordt in die situatie te blijven totdat de paniek afneemt. Personen met een hartkwaal, astma, een maagzweer, colitis of soortgelijke aandoeningen moeten een arts raadplegen alvorens deze behandeling te proberen.

Er kunnen ontspanningstechnieken toegepast worden om de ophoping van angst te matigen.a Enkele daarvan worden besproken in het kader „Kalmeringstechnieken”. Wacht echter niet tot de paniek begint. Deze technieken kunnen het beste geoefend worden in periodes van weinig angst. Is men ze eenmaal meester, dan kunnen ze toekomstige aanvallen minder hevig maken of zelfs voorkomen.

Paniek gedijt op perfectionisme en gebrek aan eigenwaarde. „Toen ik die angstaanvallen kreeg, werd mijn leven beheerst door negatieve emoties”, vertelt een patiënt. „Ik maakte mezelf wijs dat omdat ik angsten had, ik inferieur was aan anderen en dus onaantrekkelijk.” Door verandering te brengen in een dergelijke geesteshouding kunnen de angsten die tot paniek leiden, afnemen.b

Het is zeer waardevol een vertrouwde vriend of vriendin deelgenoot te maken van angsten. Het praten erover kan de patiënt helpen onderscheid te maken tussen problemen die verduurd moeten worden en problemen die op te lossen zijn. Het gebed mag niet vergeten worden. Psalm 55:22 zegt: „Werp uw last op Jehóvah, en hijzelf zal u schragen. Nooit zal hij toelaten dat de rechtvaardige wankelt.”

In plaats van één enkel gigantisch probleem is het vaak de opeenhoping van kleine, schijnbaar onbetekenende vervelende dingen die de paniek oproept — ongeveer zoals er een stop kan doorslaan wanneer er te veel elektrische apparaten op hetzelfde net zijn aangesloten. Eén oplossing ervoor is, elk probleem op een systeemkaart te noteren en de kaarten te rangschikken naar de ernst van het probleem, van het simpelste tot het lastigste. Pak ze stuk voor stuk aan, één tegelijk. Door het opschrijven van uw zorgen verandert hun karakter van iets wat u vreest en vermijdt in iets wat u kunt zien en oplossen.

Sommigen hebben baat bij het gebruik van voorgeschreven tranquillizers of antidepressiva. Voorzichtigheid is echter geboden. „Ik ben niet van mening dat medicatie alleen de oplossing is”, zegt de hulpverlener Melvin Green. Medicatie „moet gebruikt worden als supplement terwijl naar de oplossing gezocht wordt. . . . Misschien kunt u met geneesmiddelen beter functioneren, en dat kan u in de gelegenheid stellen andere hulp te zoeken om de oorzaken van agorafobie aan te pakken en aan uw herstel te werken.”

Een geestelijk probleem?

„Ik dacht dat christenen niet geacht werden angstaanvallen te hebben,” zegt Brenda, „omdat Jezus zei ’wees nooit bezorgd’. Daar maakte ik uit op dat ik vast niet voldoende op God vertrouwde.” Maar uit de context van Jezus’ woorden in Mattheüs 6:34 blijkt dat hij het niet over paniekstoornissen had. In plaats daarvan beklemtoonde hij hoe gevaarlijk het is zich meer zorgen over stoffelijke dan over geestelijke behoeften te maken.

Ja, zelfs personen die geestelijke belangen de eerste plaats toekennen, kunnen last krijgen van deze stoornis, zoals uit de volgende ervaring van een vrouw uit Finland blijkt.

„Mijn partner en ik, beiden Jehovah’s Getuigen, waren bezig met de van-huis-tot-huisprediking. Plotseling voelde ik me duizelig. Ik kon niet meer denken. Niets leek echt en ik was bang dat ik mijn evenwicht zou verliezen. Bij de volgende deur verloor ik volkomen mijn greep op het gesprek.

Die angstaanjagende ervaring vond plaats in 1970. Het was de eerste in een reeks vreemde aanvallen die mij de daaropvolgende twintig jaar bleven plagen. Herhaaldelijk bevond ik me in een verwarde wereld, niet in staat helder te denken. Ik voelde me dan duizelig en mijn hart bonkte. Ik struikelde over mijn woorden of raakte de draad helemaal kwijt.

Ik was een getuige van Jehovah, een jonge, energieke en gelukkige volle-tijdpredikster. Wat vond ik het heerlijk anderen te helpen de bijbel te begrijpen! Maar die aanvallen waren een voortdurende kwelling voor me. Ik vroeg me af: ’Wat is er met me aan de hand?’ Een neuroloog stelde de diagnose temporale epilepsie. De daaropvolgende tien jaar gebruikte ik de medicijnen die hij voorschreef. Toch vroeg ik me af waarom die zo weinig effect hadden. Ik ging mijn aandoening aanvaarden als iets waarmee ik gewoon zou moeten leren leven.

Na enige tijd kwam ik tot het besef dat ik niet aan epilepsie leed en dat mijn medicijnen niet werkten. Zelfs routinewandelingen waren een onoverkomelijke opgaaf. Ik was doodsbenauwd dat ik onderweg iemand zou tegenkomen. Ik moest al mijn kracht bijeenrapen om christelijke vergaderingen bij te wonen. Vaak zat ik transpirerend en duizelig met mijn handen op mijn slapen, mijn hart bonkend, totaal verbijsterd. Soms had ik het gevoel of mijn hele lichaam gespannen en verkrampt was. Op een bepaald moment was ik ervan overtuigd dat ik dood zou gaan.

Mijn bediening hielp me op de been te blijven, hoewel het op zich een wonder was dat ik ermee door kon gaan. Het leiden van een bijbelstudie viel me soms zo zwaar dat mijn partner het over moest nemen. Onze prediking is echt teamwerk en uiteindelijk is het God die de wasdom blijft geven (1 Korinthiërs 3:6, 7). Met schapen te vergelijken mensen luisteren en reageren gunstig ondanks de beperkingen van de onderwijzer.

Op een dag in maart 1991 liet mijn man me een boekje zien over paniekstoornissen. De beschreven symptomen waren precies zoals die van mij! Ik las meer over het onderwerp, woonde lezingen bij en maakte een afspraak met een specialist. Na twintig jaar werd mijn probleem eindelijk herkend. Ik was op weg om te herstellen!

Verreweg de meeste mensen met een paniekstoornis hebben baat bij de juiste behandeling. Vrienden kunnen een grote steun zijn wanneer zij meeleven. In plaats van een al ellendige ziel met schuldgevoelens te overladen, zal een vriend met onderscheidingsvermogen beseffen dat iemand met een paniekstoornis niet opzettelijk gezelschap mijdt. — Vergelijk 1 Thessalonicenzen 5:14.

Als ik terugkijk op de afgelopen twintig jaar ben ik dankbaar dat ik ondanks dit alles in de volle-tijddienst heb kunnen blijven. Het is een zegen geweest die de strijd alleszins waard was. Dat neemt niet weg dat ik besef dat sommigen, net als Epafroditus, dienstvoorrechten moeten opgeven door een slechte gezondheid. Jehovah is niet in hen teleurgesteld. Hij verwacht niet meer dan iemand redelijkerwijs kan geven.

Het leven met deze stoornis heeft me geleerd mezelf niet te belangrijk te vinden. Het heeft me in staat gesteld met anderen die beperkingen hebben mee te voelen. Maar bovenal heeft het me geholpen dicht tot Jehovah te naderen. Tijdens mijn beproeving heb ik herhaaldelijk ondervonden dat hij een ware bron van kracht en troost is.”

[Voetnoten]

a Christenen vermijden technieken waarbij hypnose of zelfhypnose komt kijken. Er bestaan echter enkele visuele en meditatieve oefeningen waarbij de geest duidelijk niet leeggemaakt of aan het gezag van iemand anders ondergeschikt gemaakt behoeft te worden. Of men deze behandelingen wil accepteren, is een persoonlijke zaak. — Galaten 6:5.

b Zie voor inlichtingen over manieren om negatieve gedachten van zich af te zetten de Ontwaakt! van 8 oktober 1992, blz. 3-9, en die van 22 oktober 1987, blz. 7-16.

[Kader op blz. 22]

Kalmeringstechnieken

Kalm ademhalen. Paniekaanvallen gaan vaak gepaard met hyperventilatie. Probeer voor een rustige, ontspannen ademhaling deze oefening: Ga op uw buik liggen. Tel tot zes bij het inademen; tel tot zes bij het uitademen. Probeer vervolgens net zo diep adem te halen terwijl u zit. Probeer het dan staand. Haal diep adem vanuit het middenrif en oefen dit dagelijks totdat het vanzelf gaat. Sommigen hebben er baat bij als zij zich onder het doen van deze oefening een prachtige omgeving voorstellen.

Kalm denken. ’En als ik nu in elkaar zak?’ ’En als er niemand is om me te helpen, wat dan?’ ’Stel dat mijn hart het begeeft?’ Rampzalige gedachten stimuleren de paniek. Daar deze gedachten meestal over toekomstige rampen of al gebeurde aanvallen gaan, kunt u beter proberen u op de huidige situatie te concentreren. „Uw aandacht bepalen bij het nu werkt ogenblikkelijk kalmerend”, zegt dr. Alan Goldstein. Sommigen geven de raad een elastiekje om uw pols te dragen. Komen er rampzalige gedachten bij u op, dan even spannen en terug laten petsen en tegen uzelf zeggen: „Stop!” Onderbreek de angst voordat hij de kans krijgt tot paniek te escaleren.

Kalm reageren. Wordt u overvallen door paniek, vecht er dan niet tegen. Het is gewoon een gevoel, en gevoelens behoeven u geen schade te berokkenen. Stel u voor dat u aan zee naar de golven kijkt. Ze komen omhoog, bereiken hun hoogtepunt en vloeien dan weg. Paniek doorloopt een zelfde golfbeweging. Laat u, in plaats van tegen de golf te vechten, erop meevoeren. De paniekaanval gaat echt over. Reageer niet te sterk en analyseer niet te fanatiek wanneer hij voorbij is. Het is over, zoals een niesbui of hoofdpijn overgaat.

Paniek is net een straatvechter. Provoceer hem en hij zal aanvallen; provoceer hem niet en hij gaat misschien weg. Dr. R. Reid Wilson legt uit dat kalmeringstechnieken „niet bedoeld zijn om beter tegen de paniek te kunnen ’vechten’ of de paniek op dat moment te kunnen ’verjagen’. Beschouw ze in plaats daarvan als manieren om de tijd door te komen terwijl de paniek u tot een gevecht probeert te verlokken.”

[Kader op blz. 23]

Agorafobie, angst voor angst

Velen die last hebben van paniekaanvallen krijgen agorafobie. Hoewel agorafobie wel wordt gedefinieerd als angst voor open ruimten, zou het nauwkeuriger zijn van angst voor angst te spreken. Mensen met de bewuste fobie zijn zo bang voor paniek, dat zij alle plaatsen vermijden waar zich vorige aanvallen hebben voorgedaan. Al gauw rest hun nog maar één „veilige” plaats — meestal hun huis.

„Stelt u zich voor dat u uw huis uit stapt”, zegt de schrijver Melvin Green. „Plotseling, uit het niets, verschijnt de grootste man die u ooit hebt gezien. Hij heeft een honkbalknuppel bij zich waarmee hij u, zonder enige reden, op uw hoofd slaat. U wankelt uw huis weer in en kunt het zojuist gebeurde gewoon niet geloven. Weer opgeknapt, doet u voorzichtig de deur open, kijkt naar buiten en alles lijkt normaal. U loopt het pad weer af. Plotseling staat hij er en opnieuw krijgt u een klap. U trekt u terug in het huis waar u veilig bent. U steekt uw hoofd om de achterdeur . . . daar is hij. U kijkt uit de ramen . . . daar is hij. U weet dat als u de veiligheid van uw huis verlaat, u opnieuw geslagen zult worden. De vraag is nu: Zou u naar buiten gaan?”

Veel lijders aan agorafobie vinden dat die illustratie hun gevoelens goed weergeeft en denken dat hun situatie hopeloos is. Maar dr. Alan Goldstein geeft deze verzekering: „U bent niet uniek, u bent niet de enige. . . . U kunt uzelf helpen.”

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen