-
Congressen helpen degenen die graag willen delen in goddelijke zegepraalDe Wachttoren 1974 | 15 januari
-
-
van bijbelteksten een grote hulp blijken te zijn.
Ook werd er zowel in het Engels als in het Duits een nieuw 416 bladzijden tellend boek verkrijgbaar gesteld met de pakkende titel: God’s Kingdom of a Thousand Years. In het Nederlands werd het 416 bladzijden tellende boek Het herstel van het Paradijs voor de mensheid — door de Theocratie! verkrijgbaar gesteld, waarin gedetailleerd de bijbelboeken Haggaï en Zacharia worden besproken. Dit boek wordt momenteel in alle gemeenten van Jehovah’s getuigen in Nederland grondig bestudeerd.
TOEKOMSTVERWACHTINGEN
De spreker die de slottoespraak van het vijfdaagse congres hield, gaf een overzicht van het werk dat in april 1973 over de gehele wereld was verricht. Hij vertelde dat 1.701.091 Getuigen een actief aandeel aan de prediking van het goede nieuws hadden gehad. De vooruitzichten voor toekomstige expansie zijn groot, aangezien er gedurende die maand 1.266.970 bijbelstudies in de huizen van belangstellende personen waren gehouden. Op de jaarlijkse viering van de herdenking van Christus’ dood, die op 17 april plaatsvond, waren 3.883.235 personen aanwezig.
Berichten van de 41 „Goddelijke zegepraal”-congressen (in 38 steden) die tot aan het schrijven van dit artikel waren binnengekomen, tonen aan dat daarop in totaal 1.402.238 personen aanwezig waren en dat er 39.313 werden gedoopt. Dit bevestigt dat Jehovah werkelijk met zijn volk is. Het geeft allen die het zaad van het goede nieuws zaaien de moed energiek voorwaarts te gaan in de wetenschap dat hun arbeid „niet tevergeefs is in verband met de Heer” (1 Kor. 15:58). Zij hebben het volste vertrouwen in Jehovah’s vermogen en bereidheid Zijn dienstknechten de kracht te geven de voor hen liggende moeilijkheden te overwinnen. Zij hebben de zekerheid in Jehovah’s uiteindelijke zegepraal over deze wereld te delen, hetgeen voor hen leven in zijn altijddurende nieuwe ordening betekent.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1974 | 15 januari
-
-
Vragen van lezers
● Wanneer heeft God dinosaurussen geschapen en wanneer zijn ze uitgestorven? — V.S.
De bijbel geeft geen specifiek antwoord op deze vragen. Volgens het Genesisverslag werden dieren gedurende de vijfde en zesde scheppingsperiode of ’-dag’ geschapen. Indien de Hebreeuwse uitdrukking die vertaald is met „grote zeemonsters” [Hebreeuws, tanninim] dinosaurussen omvat, die vaak in drassige, waterachtige streken leefden, zou dit betekenen dat dinosaurussen op de vijfde „dag” werden geschapen (Gen. 1:21). Wij weten niet of ze bleven bestaan totdat de mens werd geschapen (aan het eind van de zesde „dag”). Het schijnt waarschijnlijk dat ze op zijn laatst ten tijde van de vloed in Noachs dagen van de aarde zijn verdwenen. Dinosaurussen waren reptielen en sommige soorten van dinosaurussen vertonen wat hun bouw en andere kenmerken betreft, een sterke gelijkenis met hagedissen (sauros is in feite het Griekse woord voor „hagedis”; saura in Leviticus 11:29, LXX). Niet alle dinosaurussoorten waren zo reusachtig groot. Daarom zou het, zelfs al waren ze tot aan de Vloed blijven leven, niet noodzakelijk zijn geweest paren van de mammoetsoorten in de ark te nemen. Andere kleinere leden van de specifieke familie of „soort” waartoe deze dieren behoren, zouden voldoende zijn geweest om de goddelijke opdracht te vervullen. — Gen. 6:19, 20; 7:14.
Enkele oudere vertalingen van de bijbel gebruiken soms het woord „draak” of „draken” als vertaling van het Hebreeuwse woord tanninim („zeemonsters”, NW) (Ps. 74:13; 148:7; Jes. 27:1, Leidsche Vertaling). Het woord „draak” (in het Grieks drakon) wordt aangetroffen in de christelijke Griekse Geschriften. Men heeft de mogelijkheid geopperd dat deze uitdrukking, in plaats van uit een zuiver mythische bron afkomstig te zijn, oorspronkelijk misschien is toegepast op zulke enorme schepselen als de dinosaurussen en pas lang nadat deze mammoeten waren verdwenen een mythische klank heeft gekregen. Het is interessant dat veel mythische voorstellingen van de „draak” een sterke gelijkenis vertonen met bepaalde soorten in de familie van de reuzenreptielen waartoe de dinosaurus behoort.
● Geeft Johannes 2:19 niet te kennen dat Jezus zichzelf zou opwekken? — V.S.
Zoals uit de context blijkt, heeft Johannes 2:19 betrekking op de dood en opstanding van de Heer Jezus Christus. Wij lezen: „Jezus gaf hun ten antwoord: ’Breekt deze tempel af en in drie dagen zal ik hem oprichten.’ Daarop zeiden de joden: ’Deze tempel werd in zesenveertig jaar gebouwd en zult gij hem in drie dagen oprichten?’
-