-
Bevolkingsregeling en wereldregeringOntwaakt! 1983 | 8 december
-
-
zien in deze gebeurtenissen de nabijheid van hun bevrijding door middel van het Koninkrijk. — Luk. 21:10, 11, 25-28.
Overbevolking zal dan geen probleem vormen. Waarom niet? Omdat Gods oorspronkelijke voornemen ten aanzien van de aarde vervuld zal worden. De bijbel vertelt ons duidelijk: „Voorts zegende God hen en God zei tot hen: ’Weest vruchtbaar en wordt tot velen en vult de aarde en onderwerpt haar, en hebt de vissen der zee en de vliegende schepselen van de hemel en elk levend schepsel dat zich op de aarde beweegt, in onderworpenheid.’” — Gen. 1:28.
Merk op dat het goddelijk gebod luidt de aarde te vullen, niet overvol te maken. De aarde zal op een aangename wijze met mensen gevuld moeten worden, op een wijze die afgestemd zal zijn op haar vermogen om voedsel voort te brengen, het ecologisch evenwicht en een redelijke bevolkingsdichtheid. Het is redelijk om te concluderen dat wanneer dat punt bereikt wordt, de Schepper van het menselijke voortplantingsvermogen het gebruik van dat vermogen zover het de aarde betreft, zal reguleren.
De gehoorzame en dankbare mensheid zal bereid zijn alle medewerking te verlenen als er nieuwe vereisten bekendgemaakt zouden worden. (Vergelijk Openbaring 20:12.) Er zal zich geen bevolkingsexplosie voordoen die het toekomstige bestaan van de mensheid zou bedreigen. Slechts door Gods wijsheid, zoals die door zijn Koninkrijk tot uitdrukking wordt gebracht, kan een dergelijke omschakeling op bevredigende wijze tot stand komen en blijft deze aarde het prachtige „juweel in de ruimte”. — Jes. 55:8-11; Rom. 16:27.
-
-
Geven en nemenOntwaakt! 1983 | 8 december
-
-
Geven en nemen
Vogels, sprinkhanen en andere insekten zouden in werkelijkheid wel eens een goede daad kunnen verrichten wanneer ze van de gewassen op de akker eten. Ook dit schijnt een van die door geven en nemen gekarakteriseerde onderlinge betrekkingen te zijn die er in de wereld om ons heen bestaan.
De sleutel tot dit delicate evenwicht is een hormoon dat wordt aangetroffen in het speeksel van vele vogels, insekten en zoogdieren en ook de mens. Het wordt EGF (epidermal growth factor, epidermische groeifactor) genoemd en er is van bekend dat het stimulerend werkt op de groei van de cellen, de produktie van eiwit en DNA versnelt en zelfs bijdraagt tot de genezing van wonden. Iedere keer dus dat een vogel in een maïskolf pikt, betaalt hij de plant daar royaal voor terug in de vorm van de miniem kleine hoeveelheden EGF die hij achterlaat.
Dr. Melvin Dyer, een dierkundige, heeft zo’n tien jaar lang met EGF geëxperimenteerd. Hij bemerkte dat rijpende maïskolven die met bepaalde hoeveelheden van het hormoon waren ingespoten, groter werden en meer eiwit produceerden dan de kolven waarbij dat niet was gebeurd. De moeilijkheid is echter te weten te komen wat de precieze hoeveelheid is die men van het hormoon moet injecteren. „Te weinig EGF heeft hoegenaamd geen effect en te veel kan de plant zelfs in zijn groei belemmeren”, zegt hij. De juiste hoeveelheid blijkt een 700.000ste deel van een gram te zijn — precies de hoeveelheid die een sprinkhaan iedere keer dat hij zich een maaltje verschaft, op de maïskolf achterlaat.
Hoe valt dit nu te verklaren? Schepping vormt het enige bevredigende antwoord.
-