-
De Grote Pottenbakker vormt menselijke vatenDe Wachttoren 1965 | 1 september
-
-
boodschappen over het commerciële element en de morele corruptie.
31. Welk onderscheid zal Jehovah volgens zijn zeggen met betrekking tot de vierde plaag maken?
31 De eerste drie plagen waren over zowel de Egyptenaren als de Israëlieten gekomen maar met betrekking tot de vierde en daarna volgende plagen zei Jehovah tot Farao: „Ik [zal] stellig het land Gosen, waar mijn volk zich bevindt, onderscheiden, . . . opdat gij moogt weten dat ik Jehovah ben in het midden der aarde. En ik zal werkelijk een scheiding maken tussen mijn volk en uw volk. Morgen zal dit teken geschieden.” En „voorts deed Jehovah het”. — Ex. 8:22-24, NW.
32. In plaats dat de trotse, halsstarrige en goddeloze mensen voordeel trekken uit een ervaring waarbij zij slechte gevolgen oogsten heeft het welke uitwerking op hen?
32 Deze scheiding moest ertoe dienen om Farao nog krachtiger te doordringen van de strijdvraag van universele soevereiniteit. Hij had uit de eerste drie plagen niets geleerd. Halsstarrige en goddeloze mensen leren niet uit een ervaring waarbij zij door hun kwaaddoen slechte gevolgen oogsten en ook trekken zij hier geen voordeel van. Zij worden er alleen maar erger door. En zo zullen wij zien dat het met Farao ging. Met het oog op de belangwekkende parallellen die wij tot dusver in dit profetische drama hebben aangetroffen zien wij met grote verwachting uit naar de betekenis van de overblijvende zeven plagen, en in het bijzonder de tiende plaag. Wat werd door de dood van de eerstgeborenen afgebeeld? Voor een beschouwing van deze dingen verwijzen wij de lezer naar een volgende uitgave van dit tijdschrift.
-
-
Moeilijkheden overwinnen om congressen bij te wonenDe Wachttoren 1965 | 1 september
-
-
Moeilijkheden overwinnen om congressen bij te wonen
Toen Jehovah’s getuigen verleden jaar een grote serie internationale congressen belegden, moesten vele Getuigen grote moeilijkheden overwinnen om een van deze vergaderingen bij te wonen. Zij gaven hierdoor blijk van hun diepgevoelde liefde voor God. Zo kwamen de Getuigen in Colombia, Zuid-Amerika, te paard, op een ezel of muilezel, in een bus, jeep of uitgehouwen kano of te voet naar de vergadering in Montería. Sommigen moesten vier dagen achtereen lopen om de plaats te bereiken waar zij met een bus verder konden gaan. Eén afgevaardigde zond zijn vrouw en kinderen met de boot en daarna met de bus, terwijl hij, om de reiskosten zo laag mogelijk te houden, twee dagen achtereen op een muilezel reisde.
Voor sommigen vormde hun wereldse betrekking een belemmering om aanwezig te zijn, maar zij lieten zich hierdoor niet van hun plan afbrengen. Een huisvader in Zuid-Rhodesia werd met zulk een belemmering geconfronteerd. Hij was pas in een nieuwe betrekking aangenomen en kwam nog niet voor vakantie in aanmerking. De zaak werd nog verergerd doordat de vergadering die te Umtali zou worden gehouden precies in de tijd viel waarin zijn werkgever alle werknemers nodig had voor het opmaken van de jaarlijkse inventaris. Na deze aangelegenheid in gebed aan Jehovah te hebben voorgelegd, besloot hij dat hij het beste eerlijk kon zijn tegenover zijn werkgever en zijn ontslag kon aanbieden, omdat hij van plan was de „Vrucht van de geest”-vergadering te Umtali bij te wonen. Zijn besluit sproot voort uit een grote liefde voor God en een verlangen Zijn wil te doen. Zijn geloof in Jehovah was zo groot, dat hij erop vertrouwde dat Jehovah hem bij zijn thuiskomst zou helpen een andere baan te vinden. Zijn werkgever maakte zich zorgen over zijn ontslag en na met de Getuige gesproken te hebben, stemde hij erin toe dat de Getuige vrij kreeg om het congres bij te wonen.
Zelfs in plaatsen waar de vooruitzichten aanvankelijk hopeloos leken, werden voor de congresgangers slaapplaatsen gevonden. In de Noorse stad Sparta Amfi werd slechts drie weken voordat de „Vrucht van de geest”-vergadering werd gehouden, een meubeltentoonstelling afgelast omdat men vierhonderd slaapgelegenheden te kort kwam voor mensen die van plan waren de tentoonstelling te bezoeken. De Getuigen hadden duizend slaapgelegenheden nodig. Zou het mogelijk zijn deze te vinden? Zij slaagden erin iedereen onder te brengen, maar zij hebben hier hard voor moeten werken en bij de mensen veel bezoeken moeten afleggen. De plaatselijke Getuigen hebben liefdevol de nodige krachtsinspanningen in het werk gesteld ten einde de broeders die hen kwamen opzoeken, van dienst te kunnen zijn.
Jehovah’s getuigen hebben er inderdaad alles voor over om op deze grote vergaderingen met hun broeders en zusters bijeen te zijn, want zij worden zowel door de aldaar gehouden bijbelse lezingen als door de onderlinge omgang krachtig aangemoedigd in deze moeilijke eindtijd te volharden en iedereen heeft deze steun hard nodig.
-