Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • De meest verheven Naam die er bestaat
    De Wachttoren 1984 | 1 maart
    • De meest verheven Naam die er bestaat

      „Dit moet gij de Israëlieten zeggen, dat JEHOVAH, de God van hun voorvaders, de God van Abraham, de God van Isaäk en de God van Jakob, degene is die u tot hen heeft gezonden. Dit is mijn naam voor eeuwig; dit is mijn titel in elk geslacht.” — EXODUS 3:15, „The New English Bible”.

      1. Hoe waardevol is een naam, in vergelijking met andere woorden die gebruikt kunnen worden om iemand te identificeren?

      WIJ hebben allemaal een naam. Onze naam identificeert ons als persoon. Wanneer u de naam hoort van iemand tegen wie u een sterke antipathie heeft, komen er negatieve gevoelens bij u op, terwijl de naam van iemand op wie u erg gesteld bent, aangename, prettige gedachten opwekt. Behalve uw naam zijn er nog andere woorden die beperktere aspecten van uw leven beschrijven. Een en dezelfde persoon kan professor, baas, papa of opa worden genoemd, hetgeen van de omstandigheden afhangt. Elk van deze woorden kan andere gedachten over de persoon oproepen en de aandacht op een ander aspect van zijn leven vestigen. Maar zijn naam herinnert ons aan de gehele persoon — al zijn aspecten, alles wat wij over hem weten.

      2, 3. Hoe zouden de woorden die wij ter aanduiding van God gebruiken, invloed kunnen uitoefenen op de gedachten die wij over hem koesteren?

      2 Is hetzelfde beginsel van toepassing op onze gedachten over God? Heeft de aanduiding die u voor hem gebruikt op zijn minst een bepaalde uitwerking op uw kijk op de Schepper?

      3 De woorden „Schepper” en „Almachtige” vestigen de aandacht op bepaalde aspecten van zijn activiteit. „Heer” heeft betrekking op zijn autoriteit. „God” beschrijft hem als iemand die meer dan menselijke eigenschappen en macht bezit. De lezer van De Pentateuch door J. Vredenburg, waarin hij Gods naam veranderd ziet in de Eeuwige, zal misschien een enigszins ander beeld van God hebben dan de lezer van bijbels waarin hij ziet dat de vertalers Gods naam in „de HEER” hebben veranderd. Zo merkte een religieuze schrijver op: „De invoering van Gods persoonlijke naam in de christelijke aanbidding en leer zou een verrassende en creatieve uitwerking kunnen hebben.”

      4. (a) Wat kan er gezegd worden over de verschillende woorden die wij gebruiken wanneer wij over God spreken? (b) Hoe veelvuldig wordt zijn naam in de Schrift gebruikt?

      4 De verschillende woorden die God beschrijven — Heer, Almachtige, de Schepper — zijn juist. Ze worden in de bijbel gebruikt. Er is echter een woord dat vaker in de bijbel wordt gebruikt dan elk van deze woorden. Het is Gods persoonlijke NAAM, en die naam dient ons alles in herinnering te brengen wat wij over hem weten. Die naam, die thans gewoonlijk als Jehovah of Jahweh wordt uitgesproken, komt in de oorspronkelijke tekst van de bijbel veel vaker voor dan elk ander woord waarmee God wordt aangeduid. In de Comprehensive Concordance of the New World Translation of the Holy Scriptures (de concordantie op de Engelse Nieuwe-Wereldvertaling) zijn 43 kolommen nodig om het aantal keren te vermelden dat het woord „God” of „God’s” in de bijbel wordt gebruikt en maar liefst 77 kolommen om het aantal keren te vermelden dat „Jehovah” of „Jehovah’s” voorkomt.

      5. (a) Wat onthult Exodus 3:15 ons over Gods naam? (b) Wat kan er over de uitspraak „Jehovah” worden gezegd?

      5 Deze naam is niet door mensen gekozen. De bijbel zegt dat God die naam heeft gekozen en te kennen heeft gegeven dat hij gebruikt moest worden. Hij zei: „Dit moet gij de Israëlieten zeggen, dat JEHOVAH, de God van hun voorvaders, de God van Abraham, de God van Isaäk en de God van Jakob, degene is die u tot hen heeft gezonden. Dit is mijn naam voor eeuwig; dit is mijn titel in elk geslacht” (Exodus 3:15, NE). Waarom gebruikt deze alom aanvaarde moderne vertaling de naam Jehovah in deze tekst? Omdat dit de gebruikelijke uitspraak is van Gods naam, die in de oorspronkelijke Hebreeuwse bijbel duizenden malen voorkomt.

      6. Wat is nog een voordeel dat voortspruit uit het gebruik van Gods naam?

      6 Wanneer de bijbel een naam voor God gebruikt, helpt dit ons niet slechts aan hem te denken als aan een kracht maar als aan een persoonlijkheid. Het helpt ons nader tot hem te komen. God schijnt voor veel mensen ver weg te zijn. Toch schreef de apostel Paulus dat „hij eigenlijk niet ver is van een ieder van ons”. — Handelingen 17:27.

      Uw reactie op de naam

      7, 8. Hoe reageert u wanneer u de naam Jehovah hoort? Waarom?

      7 Hoe reageert u wanneer u deze naam hoort die de bijbel voor God gebruikt? Komen er dan negatieve gedachten bij u op of aangename, prettige gedachten? Heeft men u geleerd negatief te reageren op de naam waarbij God volgens zijn eigen woorden bekend wil staan, of vervult zijn naam u met een gevoel van innige waardering, zoals dit volgens de bijbel het geval behoort te zijn?

      8 Wanneer wij de naam Jehovah horen, moet dit ons doen denken aan de Schepper van hemel en aarde. Volgens het oorspronkelijke Hebreeuws zegt de bijbel dat „Jehovah God [Jehovah Elohim] aarde en hemel maakte”. De bijbel zegt ook: „Jehovah God ging ertoe over de mens te vormen uit stof van de aardbodem en in zijn neusgaten de levensadem te blazen, en de mens werd een levende ziel” (Genesis 2:4, 7). Wij hebben dus ons leven aan Hem te danken. Door zijn scheppingsdaden is uw eigen bestaan mogelijk geworden. Is dit feit van invloed op uw reactie wanneer u Gods naam hoort?

      9. Waar moet deze naam ons nog verder aan herinneren?

      9 Behalve dat hij de Schepper is, is hij ook de God met een voornemen. Men is van mening dat de naam Jehovah „Hij veroorzaakt te worden” betekent. Hij zorgt ervoor alles te worden wat in de gegeven omstandigheden nodig is, opdat zijn voornemens en beloften zonder mankeren verwezenlijkt worden.

      10. Wat is de betekenis van Exodus 6:3?

      10 Jehovah zei tot Mozes: „Aan Abraham, Isaäk en Jakob ben ik altijd verschenen als God de Almachtige, maar wat mijn naam Jehovah betreft, daarmee heb ik mij niet aan hen bekend gemaakt” (Exodus 6:3). Betekent dit dat Abraham, Isaäk en Jakob deze naam nooit hebben gehoord? Neen, dat kan niet de betekenis zijn, want Jehovah had eerder aan Mozes gezegd dat hij de God van deze drie mannen was (Exodus 3:15). Zoals bovendien in het artikel „Behoort de Naam te worden gebruikt?” (blz. 4) is aangetoond, hebben deze getrouwe dienstknechten die naam voortdurend gebruikt. De naam kon echter elk moment op een nieuwe manier worden geopenbaard. Zij wisten nog niet welke extra betekenis deze naam zou krijgen wanneer mensen eenmaal hadden gezien hoe ver Jehovah zou gaan om erop toe te zien dat zijn beloften en voornemens in vervulling zouden gaan.

      11. Hoe zouden de Israëlieten Jehovah weldra veel beter leren kennen dan hun voorvaders?

      11 Welke voornemens? Het volk stond op het punt getuige te zijn van de ontzagwekkende Tien Plagen. Zij stonden op het punt droogvoets door de Rode Zee geleid te worden. Zij zouden onder ontzag inboezemende omstandigheden bij de berg Sinaï de Wet ontvangen. Zij zouden op hun tocht door de „grote en vrees inboezemende wildernis” beschermd worden en naar het Beloofde Land worden gebracht. — Deuteronomium 1:19; Exodus 6:7, 8; 14:21-25; 19:16-19.

      Zijn liefdevolle daden

      12, 13. Wat zijn enkele van de dingen die de bijbel ons over Jehovah’s liefdevolle daden vertelt?

      12 Het gehele bijbelse verslag werpt licht op de persoon van de Schepper. Het verhaalt zijn getrouwheid, oprechtheid en gerechtigheid. De bijbel zegt: „Goed en oprecht is Jehovah.” En: „O hoe groot is zijn goedheid!” „De Rots, volmaakt is zijn activiteit, want al zijn wegen zijn gerechtigheid. Een God van getrouwheid, bij wie geen onrecht is; rechtvaardig en oprecht is hij.” — Psalm 25:8; Zacharia 9:17; Deuteronomium 32:4.

      13 De bijbel schildert Jehovah af als Koning (Psalm 10:16; Daniël 4:34), Rechter (Psalm 50:6; 98:9), Vader (Jesaja 64:8; Matthéüs 6:6-9), Echtgenoot (Jesaja 54:5; Jeremia 3:14), Onderwijzer (Psalm 71:17; Jesaja 50:4; 54:13) en Helper (Psalm 30:2; 115:9-13; 121:2). Zijn naam dient ons te doen denken aan zijn liefdevolle daden, aan het feit dat hij rechtvaardige beginselen heeft vastgesteld en dat hij het recht heeft gehoorzaamheid en toewijding van zijn aardse kinderen te verlangen. De Schrift zegt: „Jehovah wordt gekend aan het oordeel dat hij heeft voltrokken.” „Jehovah behoedt allen die hem liefhebben, maar alle goddelozen zal hij verdelgen.” — Psalm 9:16; 145:20.

      14. (a) Hoe toonden de schrijvers en zangers van de Psalmen dat zij vertrouwen stelden in Jehovah? (b) Wat tonen de Spreuken over hem?

      14 Deze naam komt 749 maal in het volledige bijbelboek Psalmen voor. De psalmen of lofliederen werden gezongen door vreugdevolle aanbidders die in de tempel te Jeruzalem ’dank brachten aan de naam van Jehovah’ (Psalm 122:1-4). De schrijvers en zangers van de psalmen kenden Jehovah’s naam (Psalm 9:10), stelden vertrouwen in zijn naam (33:21), riepen zijn naam aan (80:18; 105:1), brachten dank aan zijn heilige naam (106:47), zochten hulp in zijn naam (124:8) en loofden zijn naam voortdurend (68:4; 135:3). Zijn naam was niet verborgen maar geliefd (Psalm 89:1; 92:1-5). Jehovah heeft niet alleen de liefdevolle daden verricht die in de Psalmen worden bezongen, maar hij heeft ook de wijsheid geïnspireerd die in het bijbelboek Spreuken staat opgetekend. Daar lezen wij: „Want Jehovah zelf geeft wijsheid; uit zijn mond zijn kennis en onderscheidingsvermogen afkomstig” (Spreuken 2:6). Indien uw vertaling van de bijbel in deze passages „HEER” of „HERE” gebruikt, wees er dan van verzekerd dat in het oorspronkelijke Hebreeuws Gods naam op al die plaatsen voorkomt.

      15. (a) Aan welke gewichtige gebeurtenissen dient Jehovah’s naam ons te doen denken? (b) Welke basis verschaft Daniël 2:20, 21 en 4:17 ons om de naam van Jehovah te zegenen?

      15 De naam dient ons al de in de bijbel vervatte geschiedenis, profetieën, wetten en wijsheid indachtig te maken. De naam dient ons te doen denken aan verbazingwekkende profetieën die betrekking hadden op de loop van de wereldgeschiedenis. Jehovah heeft de historische gebeurtenissen dusdanig geleid dat zijn profetieën in vervulling zouden gaan ten aanzien van Egypte, Assyrië, Babylon, Medo-Perzië, Griekenland en Rome, alsook in de periode die daarop volgde, tot in onze veelbewogen twintigste eeuw en daarna. — Daniël hfdst. 2, 7, 8.a

      Jezus en de naam van de Vader

      16. (a) Hoe dient Jezus’ aardse rondwandeling van invloed te zijn op onze waardering voor zijn Vader, Jehovah God? (b) Hoe vooral heeft Jezus de naam van zijn Vader bekendgemaakt?

      16 Het warme gevoel van waardering waarmee de goddelijke naam Jehovah ons hart dient te vervullen, dient tevens te worden opgewekt door een nog belangrijker feit — dat hij op wonderbare wijze zijn „Eerstgeborene”, „het Woord”, degene die Jezus Christus is geworden, naar de aarde heeft gezonden (Hebreeën 1:6; Johannes 1:1-3; Romeinen 5:6-8). Jezus zei in gebed tot zijn hemelse Vader: „Ik heb uw naam openbaar gemaakt aan de mensen die gij mij uit de wereld hebt gegeven. . . . En ik heb hun uw naam bekendgemaakt en zal hem bekendmaken” (Johannes 17:6, 26). Niet dat zijn volgelingen Gods naam nog niet kenden. Zoals in het artikel „Gods naam in de christelijke Geschriften” (blz. 7) is aangetoond, zagen zij deze naam zowel in hun Hebreeuwse bijbelrollen staan als in de Griekse bijbelvertaling waarvan zij gebruik maakten. Maar door Jezus’ onderwijzingen verkreeg de naam een extra betekenis — evenals dit het geval was geweest ten gevolge van Jehovah’s daden in Mozes’ tijd. Jezus heeft onze kennis van en waardering voor Jehovah, zijn persoonlijkheid en zijn voornemens op wonderbare wijze vergroot. Jehovah’s naam heeft voor ons zeer veel aan betekenis gewonnen door Jezus, die zei: „Wat ik leer, is niet van mij, maar behoort hem toe die mij heeft gezonden.” Jezus heeft de losprijs verschaft en de weg geopend waarlangs wij tot de Vader kunnen naderen. Jezus zei dan ook: „Ik ben de weg en de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door bemiddeling van mij.” — Johannes 7:16; 14:6.

      17. Hoe werd in het boek Openbaring voorzegd op welke wijze Gods naam bij een bepaalde gelegenheid in de hemel zou worden gebruikt?

      17 In het bijbelboek Openbaring, waarin Johannes’ visioen van gebeurtenissen in onze tijd staat opgetekend, wordt Jehovah’s naam nog steeds geloofd. Wanneer Babylon de Grote, het wereldrijk van valse religie, wordt vernietigd, roept een grote schare in de hemel triomfantelijk: „Hallelujah! Redding en heerlijkheid en macht komen onze God toe.” Daarna ’vielen de vierentwintig ouderlingen en de vier levende schepselen neer en aanbaden God die op de troon is gezeten, zeggende: „Amen. Hallelujah!”’ (Openbaring 19:1, 4, Revised Standard Version) Wat betekent „Hallelujah”? Op bladzijde 4 hebben wij reeds gezien dat „Jah” een kortere poëtische vorm is voor „Jehovah”. In The Random House Dictionary of the English Language wordt dan ook gezegd dat „Hallelujah” is afgeleid van het Hebreeuws voor „Looft Jehovah”. God wordt in de hemel dus aanbeden met de roep: „Looft Jehovah!”

      Wonderbaarlijke werken

      18. Wat zullen wij beter beseffen wanneer wij weten wat Jehovah „ter wille van zijn naam” heeft gedaan?

      18 Gods naam dient gebruikt te worden en ons te herinneren aan zijn werken en zijn liefderijke goedheid. De bijbel deelt ons mee dat hij deze grootse dingen „ter wille van zijn naam” heeft gedaan, „om zijn macht bekend te maken” (Psalm 106:8). De wonderbaarlijke werken die hij „ter wille van zijn naam” heeft verricht, werden niet gedaan uit egotisme maar om ons te helpen beseffen dat hij God is, dat hij het recht heeft ons te zeggen wat wij moeten doen en dat wij een absoluut vertrouwen kunnen hebben in de volvoering van zijn beloften (1 Samuël 12:22). Hij zei in dit verband: „Gedenkt de eerste dingen van lange tijd geleden, dat ik de Goddelijke ben, en er is geen andere God, noch iemand gelijk mij; Degene die van het begin af de afloop vertel, en van oudsher de dingen die niet gedaan zijn; Degene die zeg: ’Míjn raad zal tot stand komen en al mijn welbehagen zal ik doen’; . . . Ik heb het gesproken, ik zal het ook doen komen. Ik heb het geformeerd, ik zal het ook doen.” — Jesaja 46:9-11.

      19. Welke geruststellende verklaring heeft Jozua over de betrouwbaarheid van Gods Woord gedaan?

      19 Eeuwen voordien had Jozua de Israëlieten aan het volgende herinnerd: „Gij weet zeer goed met geheel uw hart en met geheel uw ziel dat niet één woord van alle goede woorden die Jehovah, uw God, tot u gesproken heeft, onvervuld is gebleven. Alles is voor u uitgekomen. Geen woord daarvan is onvervuld gebleven.” — Jozua 23:14.

      20. Wat zijn enkele van de dingen waaraan de naam Jehovah u doet denken?

      20 Zijn al deze dingen betrokken bij de indruk die u van Jehovah hebt? Doet het horen van zijn naam u denken aan zijn werken, zijn kracht, zijn almacht, zijn betrouwbaarheid en de waarheidsgetrouwheid van zijn beloften? Associeert u zijn naam met De God die ervoor zorgt alles te worden wat in de gegeven omstandigheden nodig is opdat zijn voornemens verwezenlijkt worden? Staat u erbij stil dat Jehovah Jezus naar de aarde heeft gezonden om Gods naam te rechtvaardigen, om ons over zijn Vader te onderwijzen en om de losprijs te verschaffen voor allen die deze willen aanvaarden? En omvatten uw gevoelens met betrekking tot Jehovah ook waardering voor zijn beloften van een rechtvaardige toekomst voor een gereinigde aarde? — 2 Petrus 3:13.

      21. Hoe kan onze houding als die van de rechtvaardige koning David zijn?

      21 Kennis van de dingen die Jehovah heeft gedaan, brengt geloof voort. Geloof spoort ons aan tot daden. Wij gebruiken zijn naam, spreken over zijn daden, bieden ons bereidwillig als zijn dienstknechten aan en kijken uit naar de vervulling van zijn grootse en onfeilbare voornemen om de aarde van goddeloosheid te reinigen en rechtvaardige, nieuwe toestanden voor de gehoorzame mensheid tot stand te brengen. Wanneer wij zo’n geloof hebben en ernaar handelen, kunnen wij net als de rechtvaardige koning David zeggen: „Jehovah’s lof zal mijn mond spreken; en alle vlees zegene zijn heilige naam tot onbepaalde tijd, ja, voor eeuwig.” — Psalm 145:21.

      [Voetnoten]

      a Zie voor een bespreking van veel van deze profetieën het boek „Uw wil geschiede op aarde”, uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society.

      Bij wijze van overzicht —

      □ Hoe waardevol is een naam, in tegenstelling tot een ander woord waardoor iemand geïdentificeerd kan worden?

      □ Waaraan dient de naam Jehovah ons te doen denken?

      □ Hoe heeft het door Jezus gegeven onderwijs onze waardering voor de naam Jehovah vergroot?

      □ Hoe werpen werken die Jehovah „ter wille van zijn naam” heeft verricht, veel nut voor ons af?

      [Illustratie op blz. 11]

      Hoe leerden de Israëlieten Gods naam kennen doordat hij hen veilig door de Rode Zee leidde?

  • God de Zoon of „de Zoon van God”?
    De Wachttoren 1984 | 1 maart
    • God de Zoon of „de Zoon van God”?

      „Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.” — MATTHÉÜS 16:16.

      1. (a) Hoe bezien veel kerklidmaten Jezus? (b) Welke interessante opmerking heeft Jezus in dit verband gemaakt?

      WAS Jezus God? Veel lidmaten van de kerken van de christenheid zullen ja antwoorden. Maar wist u dat er iemand is die door Jezus „God” genoemd werd? Open uw eigen bijbel maar bij Johannes 20:17, waar u aan het einde van

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen