Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Gods belofte van zijn wereldregering betrouwbaar
    De Wachttoren 1980 | 1 maart
    • En dit heeft hij ook niet gedaan! Hij heeft inderdaad medelijden getoond jegens de nakomelingen van Abraham, Isaäk en Jakob. Na zeventig jaren van ballingschap werden zij opnieuw in hun door God geschonken eigen land bijeengebracht.

      22. Hoe heeft Jehovah ten aanzien van dit herstelde volk zijn verbond betreffende de „rechtvaardige spruit” vervuld, en wat bewijst dit met betrekking tot Gods belofte?

      22 Naar dit herstelde volk is de „rechtvaardige spruit”, Jezus Christus, negentien eeuwen geleden gekomen. Zijn martelaarsdood in 33 G.T. deed Gods verbond niet teniet, want God verheerlijkte hem in de hemel. Daar leeft hij, zoals hijzelf zegt, „tot in alle eeuwigheid” (Openb. 1:18). En hij is ook inderdaad blijven leven, totdat Jehovah hem als Koning in de beloofde wereldregering heeft kunnen installeren. Gods belofte dienaangaande is betrouwbaar gebleken!

  • Bevrijding en overleving van de val van de christenheid
    De Wachttoren 1980 | 1 maart
    • Bevrijding en overleving van de val van de christenheid

      1, 2. (a) Wanneer en tijdens wiens profetische loopbaan had het laatste jubeljaar voor de joden moeten plaatsvinden? (b) Wat droeg Jehovah’s door bemiddeling van Mozes gegeven wet de joden op in verband met het jubeljaar te doen?

      IN JEREMIA’S tijd behoorde het sabbatjaar een tijd van bevrijding voor joodse slaven te zijn. Het laatste sabbatjaar van deze aard eindigde in 609 v.G.T. op 9 Tisjri, een dag vóór de joodse verzoendag. Sinds Jeremia’s volk in 1473 v.G.T. het land Kanaän was binnengegaan, werd er van hen verlangd dat zij de sabbatjaren zouden vieren. Elk vijftigste jaar van die tijd af moest als een jubeljaar worden gevierd, waarbij elk jubeljaar op de verzoendag begon. Het zeventiende jubeljaar zou het laatste blijken te zijn. Het eindigde in 623 v.G.T., tijdens Jeremia’s profetische activiteit. Als priester in de tempel had Jeremia de trompetstoot moeten horen die het begin inluidde van dat jubeljaar, een speciaal jaar van bevrijding. In de wet die Jehovah door bemiddeling van Mozes had gegeven, werd bevolen:

      2 „Gij moet het vijftigste jaar heiligen en een vrijlating uitroepen in het land voor al zijn bewoners. Het zal een jubeljaar voor u worden, en een ieder van u moet tot zijn bezitting terugkeren en een ieder van u dient naar zijn familie terug te keren. Een jubeljaar zal dat vijftigste jaar voor u worden.” — Lev. 25:10, 11.

      3. Wat bepaalde Gods wet betreffende elk zevende jaar tussen de jubeljaren, en hoe lang konden Hebreeuwse kopers Hebreeuwse slaven bij zich houden?

      3 Evenals de wekelijkse sabbat elke zevende dag gehouden moest worden, moest elk zevende jaar tussen de jubeljaren een sabbatjaar zijn (Lev. 25:1-9). Jehovah’s wet bepaalde met betrekking tot deze regeling: „Ingeval gij een Hebreeuwse slaaf koopt, zal hij zes jaar een slaaf zijn, maar in het zevende zal hij zonder vergoeding als vrijgelatene weggaan” (Ex. 21:2).

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen