Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Wat is buitenzintuiglijke waarneming?
    De Wachttoren 1963 | 15 augustus
    • niets dergelijks gegeven.” — Deut. 18:10-14, NW.

      God is daarom niet de bron van een dergelijke ESP. Zijn eigen Woord veroordeelt het „beoefenen van spiritisme” voor christenen (Gal. 5:20, 21, NW). Ware christenen trachten niet bij zichzelf ESP tot ontwikkeling te brengen, en ook raadplegen zij geen buitenzintuiglijke waarnemers. Zij weten dat God christenen de bijbel als leidraad heeft gegeven — het Boek dat duidelijk onthult dat ESP niets anders is dan een moderne benaming voor het vermogen om spiritistische verschijnselen teweeg te brengen.

  • Hulp aan hen die voor geestelijke studeren
    De Wachttoren 1963 | 15 augustus
    • Hulp aan hen die voor geestelijke studeren

      BEKWAAM OM TE ONDERWIJZEN

      Op een kringvergadering te Norwalk in Californië vertelde een van Jehovah’s getuigen de volgende ervaring: „Als bijbelstudiedienaar hielp ik een broeder bij het nabezoekwerk. Wij brachten een bezoek bij een huisbewoner die het bezwaar liet horen dat hij Jehovah’s getuigen niet bekwaam genoeg vond om hem te onderwijzen, daar hij aan een theologische instelling studeerde. Een uur lang beantwoordden wij zijn bijbelse vragen over het onderwerp van de doop. Hij merkte dat het bijbelse antwoord tegengesteld was aan hetgeen hij had geleerd, en daarom besloot hij enkele leden van de instelling waaraan hij studeerde, uit te nodigen, zodat zij bewijzen zouden kunnen verschaffen voor hetgeen zij hem hadden geleerd.

      Voor het tweede nabezoek nodigde hij twee leden van zijn organisatie uit. Terwijl hij naar het gesprek zat te luisteren, werden de twee genoemde personen kwaad en stapten op. Hij besloot naar de topfunctionaris van de organisatie toe te gaan om te vragen of deze een dergelijk bijbels gesprek zou willen voeren. Hij geloofde dat deze hooggeplaatste persoonlijkheid dermate bekwaam zou zijn om te onderwijzen, dat men alleen maar een bijbelgedeelte behoefde te citeren, of hij zou hoofdstuk en vers kunnen noemen waar het stond. Daarom vroeg hij de president van de school te komen, en op zijn beurt achtte deze president het raadzaam dat ook de stichter en directeur van de school aanwezig zou zijn.

      De afgesproken dag brak aan. De stichter en directeur van de school, de vice-president en vijf anderen kwamen naar mijn huis, te zamen met de theologische student. De waterdoop vormde het onderwerp van gesprek, daar zij niet geloofden dat water voor de doop noodzakelijk was. Zij haalden geen schriftuurplaatsen aan om hun denkwijze te ondersteunen. De man die volgens de student zo bijzonder bekwaam was, zei dat er in de bijbel geen enkele tekst stond waaruit bleek dat een heiden in water was gedoopt. Ik vroeg hem of hij het schriftgedeelte in Handelingen 10:45-48 wilde voorlezen. Hij zei dat zijn vice-president dit zou doen. Nadat dit was gebeurd, wilde hij het ook zelf nog eens lezen. Toen hij dit had gedaan, zei hij dat de apostel Petrus in grote opwinding een verkeerde verklaring had afgelegd.

      Ik vergeleek de gedachte van de directeur van de school met de verklaring van de apostel Petrus. De groep reageerde hierop met te zeggen dat zij de bijbel geloofden. Na deze drie uren durende discussie verspreidde ik verscheidene brochures, en een paar dagen later bracht ik een bezoek bij de student. Uit al de gebeurtenissen had hij de conclusie getrokken dat Jehovah’s getuigen bekwaam waren om te onderwijzen, waarna wij met een systematische bijbelstudie begonnen.”

      AANBIEDINGEN VAN DE GEESTELIJKHEID

      Te Pomona in Californië was op de ’Moedige bedienaren’-vergadering een ervaring te horen van een man die, nadat hij een tijdlang een college had bezocht voor personen die voor het predikambt voelden, in de baptistenkerk lekeprediker was geworden. Hij vervulde ook predikbeurten in andere kerken.

      Het ogenblik naderde nu waarop hij officieel als predikant van de kerk zou worden aangesteld. De vrouw van deze man was echter reeds geruime tijd op De Wachttoren geabonneerd en stemde ten slotte toe in een huisbijbelstudie met een van Jehovah’s getuigen. Haar man kwam ook bij de studie zitten. Een andere Getuige begon een tweede studie met haar man, en al gauw bemerkte hij dat de Getuigen de waarheid van Gods Woord onderwezen. „Nadat wij nog maar kort hadden gestudeerd”, zo vertelde deze man, „zag ik in dat het de waarheid was, en dit begon zelfs in mijn preken in de kerk tot uitdrukking te komen. Mijn kinderen begonnen mij de hele dag Openbaring 18:4, „Gaat uit van haar, mijn volk”, voor te houden, en ik besefte dat ik uit de kerk moest treden.

      Toen ontving ik van de zijde van de personen met wie ik vroeger in religieus opzicht verbonden was geweest, het ene aanbod na het andere. Het eerste kwam van een van de baptistenpredikanten, en hij

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen