Waarom zo veel haat?

ER GAAT een golf van haat over de wereld. U hoort over het afslachten van hulpeloze vrouwen en kinderen. Bomaanslagen in openbare gelegenheden richten zinloze bloedbaden aan. U leest berichten zoals de volgende:

„Iedereen haat iedereen en is bereid iedereen te doden. Soms ben ik bang dat Libanon een aanwijzing vormt voor wat de hele mensheid kan overkomen.” Deze bedroefde woorden zijn van Nobelprijswinnaar Isaac Bashevis Singer, en hij voegde er nog aan toe: „Ik huiver als ik bedenk hoe laag wij gezonken zijn.” — U.S. News & World Report, 19 december 1983.

„Na vier jaren van smeulende protesten en een maand van toenemend geweld is India’s rijke oliestaat Assam geëxplodeerd in een razernij van etnische en religieuze haat.” — Time, 7 maart 1983.

„Westelijk Belfast is het strijdgebied, waar een groteske ’vredeslijn’ van staal en beton midden door een spookachtige wildernis van verwoeste gebouwen loopt . . . De terroristen [van diverse politieke overtuigingen] die er hun schuilplaats vinden, laven hun haat aan dezelfde vergiftigde bron van de Ierse geschiedenis.” — National Geographic, april 1981.

Haat woekert als een kanker. Wij leven zogenaamd in een verlichte wereld, sinds lang ontgroeid aan een barbaars verleden. Toch zien wij op elk niveau van de maatschappij bewijzen van de droeve waarheid die ooit door een bijbelschrijver onder woorden werd gebracht: „Haat brengt twist teweeg.” — Spreuken 10:12, Willibrordvertaling.

Twist en strijd worden voortgebracht door propagandisten die zorgen voor stortvloeden van onjuiste informatie. Voortgedreven door blinde haat kunnen misleide personen dan hun toevlucht nemen tot buitensporige daden van geweld. Zeker, gerechtvaardigde grieven zorgen vaak voor olie op het vuur. Maar wanneer u de wanhoop, de uitzichtloosheid, het lijden ziet van de ontelbare slachtoffers van haat en het daardoor geïnspireerde vooroordeel en geweld, zal dat u de smartelijke vraag ontlokken: ’Waarom? Waarom is er zo veel haat? Kan die haat ooit uitgebannen worden? Zal de wereld ooit geheel vrij zijn van haat?’