Zekerheid — nu en voor altijd
ONZE Schepper, die de waarde van alles kent, inspireerde bepaalde mannen tot het geven van de volgende raad: „Wie op zijn rijkdom vertrouwt — hijzelf zal vallen.” „Geen koning wordt gered door de overvloed van strijdkrachten; een sterke man zelf wordt niet bevrijd door de overvloed van kracht.” „Het paard is een bedrog voor redding, en door de overvloed van zijn vitale kracht verschaft het geen ontkoming” (Spr. 11:28; Ps. 33:16, 17). Jezus Christus zei terecht dat ’ook al heeft iemand overvloed, zijn leven niet voortspruit uit de dingen die hij bezit’. — Luk. 12:15.
In een verslechterend misdadig klimaat zullen wij vanzelfsprekend misschien bepaalde praktische stappen moeten doen om ons leven en onze bezittingen te beschermen. Wij moeten echter beseffen dat deze maatregelen op zijn hoogst slechts tijdelijk zijn en in geen enkel opzicht onze veiligheid waarborgen. Wij zouden in werkelijkheid graag de verzekering willen hebben dat geen enkele samenloop van omstandigheden ons blijvende schade kan berokkenen. Is het mogelijk zo’n vertrouwen te hebben? Is er een bron van kracht en autoriteit die onze levenswijze nu en voor altijd zeker kan maken? Kunnen wij in zekerheid leven, ook al worden wij door gewelddaad, voedseltekorten of een economische ineenstorting bedreigd?
Werkelijke zekerheid geïdentificeerd
Hier is iets om over na te denken: Hoe kwam het dat gezinnen in het oude Israël hun huis en hun dorp onbeschermd konden achterlaten om voor hun religieuze feesten naar Jeruzalem te reizen, ook al waren zij door vijandelijke natiën omringd? Hoe was het mogelijk dat toen Jeruzalem door het machtige Assyrische leger werd belegerd, er geen druppel Israëlitisch bloed werd vergoten, terwijl niettemin 185.000 vijandelijke soldaten in één nacht vielen? (2 Kon. 19:32-35) Hoe kon een natie van ongeveer drie miljoen mannen, vrouwen en kinderen veertig jaar lang in een „grote en vrees inboezemende wildernis [leven], met vergiftige slangen en schorpioenen en met een dorstige bodem die geen water heeft”? — Deut. 8:15.
Hun God Jehovah, de Schepper van alle dingen, was degene die zekerheid aan hun leven gaf. Het bleek precies zo te zijn als de geïnspireerde psalmist David verklaarde: „In vrede wil ik beide, mij neerleggen en slapen. Want gij, ja, gij alleen, o Jehovah, doet mij in zekerheid wonen.” — Ps. 4:8.
Twijfelt u eraan of Jehovah God, onze hemelse Vader, in de twintigste eeuw op dezelfde wijze voor ons zal zorgen als hij destijds voor de Israëlieten zorgde? Veronderstel dat uw plaatselijke bankdirecteur tegen u zou zeggen: „Ik wil niet dat u zich ergens zorgen over maakt. Laat mij gewoon weten wat u nodig hebt en ik zal ervoor zorgen.” Zou zo’n belofte uw bezorgdheid over zekerheid niet verminderen? Het is natuurlijk onwaarschijnlijk dat een bankdirecteur deze waarborg zou kunnen geven. Jehovah God heeft echter al zijn getrouwe dienstknechten de verzekering gegeven dat hij in al hun behoeften zal voorzien (Matth. 6:31-33). Wij kunnen hier het volste vertrouwen in hebben, omdat de Allerhoogste zijn woord altijd ten uitvoer brengt, zoals door voorbeelden uit het verleden en in deze tijd wordt aangetoond. — Joz. 21:45.
De wijze koning Salomo ging de beperkte waarde van materiële dingen inzien en ervoer tegelijkertijd de waarde van een intieme verhouding tot Jehovah God, welke hem in staat stelde in zekerheid te leven. Salomo schreef: „De waardevolle dingen van de rijke zijn zijn sterke stad, en in zijn verbeelding zijn ze als een beschermende muur” (Spr. 18:11). Hoe waar — „in zijn verbeelding”! De rijke beeldt zich in dat deze waardevolle dingen hem zullen beschermen wanneer rampspoed toeslaat. Maar hoe vaak heeft de ervaring niet aangetoond dat zo’n „beschermende muur” onwezenlijk is en geen bescherming biedt in tijden van economische ineenstorting, uit de hand lopende inflatie, politieke omwentelingen of een ongeneeslijke ziekte!
In Spreuken 18:10 uitte Salomo de volgende tegenstelling: „De naam van Jehovah is een sterke toren. Hier snelt de rechtvaardige binnen en ontvangt bescherming.” Er bestaat geen enkele grote crisis of welke samenloop van omstandigheden maar ook waardoor een dienstknecht van God zonder goddelijke hulp komt te zitten. Daarom is onze persoonlijke verhouding tot onze liefdevolle Vader de bron van ware zekerheid. — Ps. 59:16, 17; 62:5-8.
Hoe kunnen van bescherming verzekerd zijn?
Dit vertrouwen ontwikkelt zich niet van de ene dag op de andere. Evenals een boom elk jaar sterker wordt en met elke storm die hij overleeft, krachtiger wordt, wordt ons geloof in Jehovah gesterkt als wij zien hoe zijn rechtvaardige wegen een goede uitwerking hebben in ons leven. Onze dagelijkse bestudering van zijn Woord, de tijd die wij aan de prediking van het „goede nieuws” besteden en ons geregelde contact met hem in gebed dragen er alle toe bij deze persoonlijke band in stand te houden.
Jesaja beschreef de soort van zekerheid die wij verlangen als volgt: „Hij is degene die op de hoogten zelf zal verblijven; zijn veilige hoogte zal zijn: steile, rotsachtige plaatsen die moeilijk toegankelijk zijn. Zijn eigen brood zal hem stellig gegeven worden; zijn watervoorraad zal onuitputtelijk zijn” (Jes. 33:16). Deze zekerheid is echter alleen voor degenen die een leven willen leiden dat tot het welzijn van anderen bijdraagt. Jesaja verklaarde ook: „Er is er een die in voortdurende rechtvaardigheid wandelt en oprechtheid spreekt, die de onrechtvaardige winst verkregen door afpersingen verwerpt, die zijn handen losschudt van het aanpakken van steekpenningen, die zijn oor toestopt om niet naar bloedvergieten te luisteren en die zijn ogen toesluit om het slechte niet te zien” (Jes. 33:15). Hoe zijn deze vereisten voor Gods bescherming in deze tegenwoordige tijd van toepassing?
„Voortdurende rechtvaardigheid” duidt op een dagelijks nastreven van Jehovah’s maatstaven van rechtvaardigheid of eerlijkheid. De woorden „die de onrechtvaardige winst . . . verwerpt”, herinneren ons eraan dat wij niet de „hoe-word-ik-snel-rijk?”-methoden van de wereld moeten navolgen. Behalve dat iemand die de goedkeuring van Jehovah wil hebben, geen steekpenningen mag aannemen en nooit mag toelaten dat een gunst of materieel gewin zijn mening kleurt, moet hij iemand zijn „die zijn oor toestopt om niet naar bloedvergieten te luisteren en die zijn ogen toesluit om het slechte niet te zien”. De twintigste-eeuwse films, boeken en tijdschriften stonden de profeet niet ter beschikking, maar iemand die een intieme vriendschap met Jehovah wenst, zal in deze tijd gewelddadig en immoreel amusement vermijden.
Wanneer wij aan juiste beginselen vasthouden, zal dit tot onze zekerheid bijdragen. De wijze koning Salomo vatte de kwestie in enkele woorden samen: „Hij die in rechtschapenheid wandelt, zal in zekerheid wandelen.” — Spr. 10:9.
Af en toe hebben sommige getuigen van Jehovah ervaren wat zij als goddelijke bescherming beschouwden. Neem bijvoorbeeld broeder Z——. Hij las op zekere dag De Wachttoren in zijn auto toen iemand hem plotseling bij de keel greep. Hij bad vurig tot Jehovah. De aanvaller werd bewegingloos en zijn greep verslapte. Broeder Z—— startte de auto, groette de man en liet hem als een standbeeld midden op de weg achter.
Ook was er een zendelinge uit Kenia. Haar ouders waren bittere tegenstanders toen zij Jehovah begon te dienen. De vader dreigde haar te vermoorden als zij die „witte apen”, zoals hij de Getuigen noemde, niet in de steek zou laten. Hij huurde gangsters om haar letsel toe te brengen. Zij bericht: „Jehovah’s bescherming stelde mij in staat nooit in hun handen te vallen.”
Zoals uit deze ervaringen blijkt, moeten christenen inderdaad aan kritieke situaties het hoofd bieden. Wanneer wij ons echter volledig op Jehovah verlaten, kunnen wij het vertrouwen hebben dat absoluut niets ons blijvende schade zal berokkenen. Onze hemelse Vader heeft beloofd: „Ik zal u geenszins in de steek laten noch u ooit verlaten.” Wij kunnen dus vol vertrouwen op elke dreiging ten aanzien van onze veiligheid reageren door te zeggen: „Jehovah is mijn helper; ik zal niet bevreesd zijn. Wat kan een mens mij doen?” — Hebr. 13:5, 6.
Heel binnenkort zal het gehele mensengeslacht een crisis meemaken waarin de schijnbaar beschermende muren die door rijkdom, militaire kracht of politieke macht worden geboden, zullen worden afgebroken. Alleen degenen die op de onzichtbare maar machtige hand van Jehovah hebben vertrouwd, zullen in leven blijven en voor altijd zekerheid genie ten onder de rechtvaardige heerschappij van Gods koninkrijk (Openb. 21:1, 4). Moge dit uw gelukkige lot zijn omdat u een intieme, persoonlijke band met de Allerhoogste hebt aangekweekt.