Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w74 1/11 blz. 643-645
  • Laat rijkdom of armoede niet uw ondergang zijn

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Laat rijkdom of armoede niet uw ondergang zijn
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1974
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • HOE RIJKDOM TOT UW ONDERGANG KAN LEIDEN
  • LAAT ARMOEDE NIET UW ONDERGANG ZIJN
  • Rijkdom
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • De zegen van Jehovah maakt rijk
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1986
  • „Niets hebbend en toch alles bezittend”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1976
  • Rijkdom
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1974
w74 1/11 blz. 643-645

Laat rijkdom of armoede niet uw ondergang zijn

RIJKDOM kan de rijken net zo schaden als armoede schadelijk kan zijn voor de armen. Dit feit wordt goed onder woorden gebracht in een oude geïnspireerde spreuk, die thans nog even waar is als toen ze werd opgetekend: „De waardevolle dingen van een rijke zijn zijn sterke stad. De ondergang van de geringen is hun armoede.” — Spr. 10:15.

Maar als de waardevolle dingen van een rijke als een sterke stad zijn, hoe berokkenen ze hem dan uiteindelijk schade? Het is ontegenzeglijk waar dat de rijken geneigd zijn hun rijkdom als een bescherming te zien, als een muur rondom een stad. En het is ook begrijpelijk waarom zij dit doen. Rijkdom betekent namelijk over het algemeen goed voedsel, een mooi huis en andere materiële voordelen voor hen. Geld heeft beslist een zekere waarde, zoals de bijbel ook zegt: „Geld [is] tot bescherming.” — Pred. 7:12.

Maar maakt rijkdom iemand immuun voor kanker, hartziekten en andere rampen? Kan men er geluk mee kopen — een goed huwelijk of oppassende en respectvolle kinderen? Integendeel, iemand zou in werkelijkheid zijn gezondheid kunnen verwoesten en zijn gezinsbanden kunnen schaden wanneer hij er te veel moeite voor doet om in een hoge inkomenklasse te komen. Het is precies zoals in een andere geïnspireerde spreuk wordt uitgelegd: „De waardevolle dingen van de rijke zijn zijn sterke stad, en in zijn verbeelding zijn ze als een beschermende muur.” — Spr. 18:11.

HOE RIJKDOM TOT UW ONDERGANG KAN LEIDEN

Ja, de overdreven belangrijkheid die welgestelde personen vaak aan hun materiële rijkdom hechten, is slechts een produkt van hun verbeelding. In werkelijkheid kan rijkdom ertoe bijdragen dat iemand in het verderf wordt gestort. Hebt u bijvoorbeeld opgemerkt dat de rijken meestal het doelwit van misdadigers zijn? Vaak hoort men berichten dat zij zijn ontvoerd en worden vastgehouden totdat er een losprijs is betaald, en soms dat zij zijn vermoord. Òf dit overkomt hun geliefden, waardoor de gezinsband wordt verwoest.

Rijkdom draagt ook in andere opzichten tot rampspoed bij. Het komt algemeen voor dat de kinderen van de welgestelden de materialistische levenswijze van hun ouders verwerpen. Vaak keren zij zich zelfs van hun ouders af, hetgeen onnoemelijk veel verdriet in het gezin geeft.

Ernstiger is echter de uitwerking die rijkdom op onze verhouding tot God kan hebben. Ook al verloochent iemand God niet, toch kan rijkdom hem er wel toe brengen God in zijn leven op de tweede plaats te stellen. Hij vertrouwt in werkelijkheid meer op zichzelf dan op God. Zo’n houding leidt uiteindelijk tot zijn ondergang, zoals ook Jezus aantoonde in zijn illustratie over de rijke man die zich helemaal in beslag liet nemen door de bevrediging van zijn eigen verlangens. — Luk. 12:16-21; Spr. 11:28.

Toch hoeft rijkdom iemand niet noodzakelijkerwijs trots te maken, zodat hij alleen op zichzelf vertrouwt. Iemand die veel rijkdommen bezit, kan ernstig over God nadenken en zich bewust zijn van de noodzaak dat Gods wil hier op aarde geschiedt. Misschien bent u wel zo iemand. Als Jehovah’s getuigen bij u aan de deur komen, luistert u naar hen. U neemt misschien wel bijbelse lectuur en wilt hier ruimschoots voor betalen. Maar is dat hetgeen wordt verlangd om God te behagen?

Een werkelijk gebeurde ervaring zal u helpen te begrijpen wat wij bedoelen. Een rijke man ging naar Jezus toe en vroeg wat er van hem werd verlangd „om eeuwig leven te verkrijgen”. Deze man gehoorzaamde reeds Gods fundamentele wetten, maar toen Jezus uitlegde dat hij, om God te behagen en eeuwig leven te verwerven, ermee moest ophouden zich in de eerste plaats om zijn materiële bezittingen te bekommeren en in plaats daarvan Jezus’ discipel moest worden en zijn voorbeeld moest navolgen door geestelijke dingen met anderen te delen, liep de rijke man droevig weg. Waarom? — Matth. 19:16-22.

Het probleem wordt omschreven in een illustratie die Jezus gebruikte in verband met degenen die „het woord van het koninkrijk” horen. Met betrekking tot een bepaald soort van mensen die in deze illustratie worden genoemd, legde Jezus uit: „De zorg van dit samenstel van dingen en de bedrieglijke kracht van de rijkdom verstikken het woord” (Matth. 13:22). Materiële overvloed heeft vaak zulk een uitwerking. De rijken hebben het gewoonlijk zo druk met de zorg voor hun eigen materiële belangen, dat zij „het woord van het koninkrijk” niet de aandacht schenken die het verdient. Is dat met u het geval?

Als u God werkelijk wilt behagen, is het er nu de tijd voor hier verandering in te brengen. Sta niet toe dat de verwikkelingen van maatschappelijke en commerciële belangen u in geestelijk opzicht verstrikken. Breng indien nodig radicale veranderingen aan, zodat u Gods Woord geregeld kunt bestuderen. Jehovah’s getuigen zullen u hierbij graag zonder enige vergoeding van dienst willen zijn. Word een van Christus’ discipelen door zijn voorbeeld werkelijk na te volgen en stel u daardoor in het bezit van Gods gave van het „eeuwige leven”.

LAAT ARMOEDE NIET UW ONDERGANG ZIJN

Aan de andere kant moeten ook de armen op hun hoede zijn, want armoede kan eveneens tot hun ondergang leiden. Zij belijden misschien in God te geloven en de ware religie te beoefenen, maar armoede kan hen neerslachtig maken en hun denkwijze verdraaien. Een wijze man uit de oudheid erkende dat dit kon gebeuren, en daarom bad hij: ’Laat mij niet tot armoede geraken, zodat ik werkelijk steel en mij vergrijp aan de naam van mijn God.’ — Spr. 30:9.

Wanneer iemand nijpend gebrek lijdt, zou hij ertoe verleid kunnen worden te stelen. In veel gevallen ziet iemand die arm is, thans velen om zich heen die zich in weelde baden, en hij koestert misschien wrok over de onbillijkheid van de situatie. Niettemin geven noch de wetten van God noch die van mensen hem het recht onder die omstandigheden te stelen.

Indien iemand toch voor de verleiding zwicht en zich ertoe verlaagt te stelen of zich aan een overeenkomstige oneerlijkheid schuldig maakt, wat zijn dan de gevolgen? Hij komt uiteindelijk misschien wel in de gevangenis terecht, waardoor hij niet alleen zichzelf maar ook zijn familie schande aandoet. Ook kan zijn geweten hem pijnigen, of, wat nog erger is, het kan worden dichtgeschroeid, zodat hij een verstokte kwaaddoener wordt. Indien er geen corrigerende stappen worden ondernomen, zal de persoon uiteindelijk door God worden afgekeurd en het vooruitzicht verbeuren om eeuwig in Gods rechtvaardige nieuwe ordening, die nu nabij is, te mogen leven.

Het is goed in gedachten te houden dat niet door datgene wat men bezit wordt bepaald of men werkelijk succesvol is. Dit hangt veeleer van iemands juiste positie voor het aangezicht van God af. Waarom is dit zo? Omdat alleen God een rechtvaardige regering kan en zal oprichten waaronder geen onbillijkheden meer zullen voorkomen, waarbij sommigen boven anderen worden begunstigd. De zekere belofte van Gods Woord de bijbel is dat allen die voldoen aan Gods vereisten om dan te leven, in overvloedige mate van de heerlijke opbrengst van de aarde zullen genieten. — Jes. 25:6-9; Openb. 21:3, 4.

Terwijl ondertussen wordt toegelaten dat de onbillijkheden van dit samenstel blijven voortbestaan, oefent het feit of iemand nu rijk is of arm, geen invloed uit op zijn positie voor het aangezicht van God. Het is zoals in de geïnspireerde spreuk wordt gezegd: „De rijke en de onbemiddelde hebben elkaar ontmoet. De Maker van hen allen is Jehovah” (Spr. 22:2). Ja, allen staan voor het aangezicht van de ware God, Jehovah, op grond van wat zij zijn, niet van wat zij bezitten.

Dat is ook de wijze waarop degenen die Jehovah God waarlijk aanbidden, elkaar bezien. Zij beoordelen anderen niet op grond van hun economische of maatschappelijke positie, maar aanvaarden hen op grond van wat zij als personen zijn. Zou u graag met mensen omgaan die op deze wijze met elkaar omgaan? U kunt hen in de Koninkrijkszalen van Jehovah’s getuigen aantreffen.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen