-
Is ons leven op aarde een weg die naar de hemel leidt?De Wachttoren 1984 | 15 mei
-
-
zij zullen priesters van God en van de Christus zijn en zullen de duizend jaren met hem als koningen regeren.” — Openbaring 20:6.
Regeren over wie? Kennelijk over onderdanen op aarde — anders zou dit vers geen betekenis hebben. De oude „aarde” zal een einde nemen, als door vuur, wanneer er een eind wordt gemaakt aan goddeloze mensen en hun instellingen, en er slechts een „nieuwe” aardse samenleving overblijft. Wanneer misdaad, criminaliteit en opstand tot het verleden behoren, en wanneer volmaakte gezondheid en grenzeloos geluk het erfdeel zijn van ieder levend mens, zal dit waarlijk een „nieuwe” mensenmaatschappij, een „nieuwe aarde” zijn!
Hoe kunnen wij er absoluut zeker van zijn dat deze beloften van God zullen worden vervuld? Aangezien ze al zo lang geleden gegeven zijn, rijst de vraag: Wat heeft God gedaan om te garanderen dat de beloften eens werkelijkheid zullen worden? Wij nodigen u uit voor het antwoord op deze vragen de twee artikelen te lezen die op bladzijde 10 beginnen.
-
-
Gewijzigde zienswijze over de opstandingDe Wachttoren 1984 | 15 mei
-
-
Gewijzigde zienswijze over de opstanding
Protestantse en rooms-katholieke geleerden zijn het er nu in principe met elkaar over eens dat ’de idee van een onsterfelijke ziel niet bijbels is, maar een hellenistisch denkbeeld dat abusievelijk de christelijke denkwereld is binnengeslopen’, aldus professor Gene Wehrli, een nieuw-testamenticus aan het Eden Seminary in Missouri (VS). Een bericht in de St. Louis Post-Dispatch merkte op dat Wehrli tevens bevestigt dat ’de christelijke zienswijze over het leven na de dood niet was gebaseerd op een geloof in een onsterfelijke ziel, maar op het geloof in een door middel van een opstanding herschapen lichaam’. Hij legde uit: „De hellenistische opvatting was dat personen van nature onsterfelijk zijn — dat zij een ziel hebben die gevangen zit in een lichaam en uiteindelijk naar God terugkeert . . . De bijbelse leer van de opstanding beklemtoont dat enerzijds dood gewoon dood is, maar dat God de persoon met zijn unieke eigenschappen weer tot leven zal terugbrengen.” Een ’leven na de dood’ was daarom dan ook niet iets wat van nature bij mensen hoorde, maar veeleer „een vrije gave van God”.
Het is interessant dat sommige hedendaagse geleerden terugkeren tot de bijbelse zienswijze. Gods Woord stelt voor degenen die zijn gestorven, heel duidelijk de hoop op een opstanding in het vooruitzicht. Merk eens op welke geloofversterkende belofte Jezus doet: „Ik ben de opstanding en het leven. Wie geloof oefent in mij, zal, ook al sterft hij, tot leven komen.” Tevens zei hij: „Verwondert u hierover niet, want het uur komt waarin allen die in de herinneringsgraven zijn, zijn stem zullen horen en te voorschijn zullen komen, zij die goede dingen hebben gedaan, tot een opstanding des levens, zij die verachtelijke dingen hebben beoefend, tot een opstanding des oordeels.” — Johannes 11:25; 5:28, 29.
-
-
Hoe sterk is de druk van leeftijdgenoten?De Wachttoren 1984 | 15 mei
-
-
Hoe sterk is de druk van leeftijdgenoten?
„Leid een knaap op overeenkomstig de weg voor hem; ook als hij oud wordt, zal hij er niet van afwijken”, luidt de raad in Spreuken 22:6. Gaat deze bijbelse raad ook nu nog op? Ja, in het bijzonder met betrekking tot religieuze waarden. In een recent artikel, gepubliceerd in het driemaandelijkse tijdschrift Adolescence, berichtte Dr. David A. de Vaus van de LaTrobe Universiteit in Victoria (Australië) dat „op het gebied van het gewijde, het sacrale (in dit geval de geloofsovertuigingen), ouders belangrijker zijn dan leeftijdgenoten” bij de vorming van de religieuze richting die hun kinderen zullen inslaan.
Het in Australië verrichte onderzoek van Dr. de Vaus betrof 375 opgroeiende jongeren van 16 tot 18 jaar oud en verschafte het bewijs dat ouders de krachtigste invloed uitoefenen op de religieuze oriëntatie van hun kinderen. Alhoewel de invloed van ouders het wint van de druk die leeftijdgenoten uitoefenen op de vorming van de geloofsovertuiging van hun kinderen, geeft zijn studie niet aan dat dit ook geldt voor het religieuze gedrag van het opgroeiende kind. Daarom doen christelijke ouders er goed aan hun kinderen niet alleen met „christelijke tucht en vorming” op te voeden, maar ook opbouwende metgezellen voor hun kinderen uit te zoeken en de bijbelse waarschuwing ter harte te nemen: „Wie met pek omgaat, wordt ermee besmet.” — Efeziërs 6:4; 1 Korinthiërs 15:33, Groot Nieuws Bijbel.
-