Goddelijke beloften van een nieuwe wereld
UIT welke bron kan een nieuwe wereld komen? Moeten wij naar mensen opzien voor hoop op een glorierijke nieuwe wereld? Hoe kunnen wij, nu de mensheid bedreigd wordt met een totale vernietiging door kernwapens met gezag over een nieuwe wereld spreken? Zou er werkelijk iets nieuws kunnen zijn?
De mens kan alleen maar enkele oppervlakkige uiterlijkheden veranderen, zodat een geïnspireerde schrijver die vele eeuwen geleden leefde, hierover opmerkte: „Wat geweest is, dat zal er zijn, en wat gedaan is, dat zal gedaan worden; er is niets nieuws onder de zon” (Pred. 1:9). De mens bestudeert de natuur om ontdekkingen te doen die in deze huidige wereld toegepast kunnen worden, en de studie van de dierlijke schepping — vleermuizen, uilen, bruinvissen, motten, enzovoorts — leidt vaak tot ontdekkingen op grond waarvan door mensen gemaakte mechanismen verbeterd kunnen worden. Dit is echter niets nieuws; de natuur had de beginselen het eerst. Wie zou derhalve, aangezien er niets nieuws onder de zon is, iets wat werkelijk nieuw is, kunnen beloven?
Simon Petrus, die ten volle in een belofte van iets werkelijk nieuws vertrouwde, schreef ongeveer 1900 jaar geleden: „Wij verwachten echter naar zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont” (2 Petr. 3:13). Naar wiens belofte verwees de apostel Petrus met zoveel vertrouwen, met zoveel zekerheid dat de belofte nooit zou falen en het waard was erop te wachten? Niet naar de belofte van een mens! Onder inspiratie haalde hij enkel de grote Belover, de Schepper van de aarde, aan, die had gezegd: „Want zie, Ik schep een nieuwen hemel en een nieuwe aarde; aan wat vroeger was, zal niet gedacht worden, het zal niemand in den zin komen. Maar gij zult u verblijden en juichen voor eeuwig over hetgeen Ik schep.” — Jes. 65:17, 18.
Ofschoon er „niets nieuws onder de zon” is, betekent dit nog niet dat er niets nieuws boven de zon kan zijn. De Schepper van de mens, wiens troon ver boven onze aarde en zon is verheven, heeft beloofd: „Ik schep een nieuwen hemel en een nieuwe aarde.” De Schepper kan inderdaad nieuwe dingen scheppen die met de mensheid op aarde te maken hebben.
Wat een oorzaak tot vreugde is het bovendien niet dat de goddelijke belofte van een nieuwe wereld de verzekering inhoudt dat deze wereld eindeloos zal voortduren! Op deze wijze zal de beloofde nieuwe wereld tot Gods onverwelkelijke heerlijkheid zijn en zal ze hem voor altijd blijven verheerlijken, zoals hij heeft gezegd: „Want zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor mijn aangezicht zullen blijven bestaan, luidt het woord des HEEREN, zo zal uw nageslacht en uw naam blijven bestaan” (Jes. 66:22).
Heeft de Zoon van God, Jezus Christus, zijn getuigenis aan de goddelijke beloften van een glorierijke nieuwe wereld toegevoegd? Inderdaad, dat heeft hij gedaan! Hij predikte een koninkrijk van een nieuwe wereld! Voor Pontius Pilatus verklaarde Jezus: „Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld.” Waarom niet? Omdat Gods hemelse koninkrijk door Jezus Christus de „nieuwe hemel” van de nieuwe wereld vormt. Daarom was Jezus’ belangrijkste onderwijzing dit koninkrijk van de nieuwe wereld, „het Koninkrijk der hemelen”. Toen Jezus zijn volgelingen leerde tot God „Uw koninkrijk kome” te bidden, wilde hij dat zij hun vertrouwen op Gods koninkrijk stelden, dat een nieuwe wereld mogelijk zou maken. Dat Gods koninkrijk in de hemel is opgericht, betekent dat de lang beloofde nieuwe wereld nabij is. Hier is dan het gewichtigste nieuws dat de mensheid in deze tijd zou kunnen ontvangen! Geen wonder dat Jezus het ’goed nieuws’ noemde, dat zo belangrijk was dat het over de gehele bewoonde aarde gepredikt moest worden tot „een getuigenis voor alle volken”. — Joh. 18:36; Matth. 10:7; 6:10; 24:14, NW.
Evenals de nieuwe wereld een „nieuwe hemel” heeft, heeft ze ook een „nieuwe aarde”. Geen nieuwe planeet, maar veeleer rechtvaardige mensen die in Gods nieuwe wereld op aarde zullen leven. In deze tijd groeit een tot de nieuwe aarde behorende maatschappij van mensen snel te midden van een stervende corrupte oude wereld. U kunt een deel van deze Nieuwe-Wereldmaatschappij worden.
Alle personen die de beloften van de Schepper betreffende de nieuwe wereld ernstig onderzoeken, worden ertoe gebracht hun vertrouwen op hem te stellen, want deze beloften zijn absoluut betrouwbaar. De betrouwbaarheid van zowel de nieuwheid van de nieuwe wereld als de zekerheid van de verwezenlijking ervan onderstrepend, schreef de apostel Johannes: „En ik zag een nieuwen hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan . . . Ik hoorde een luide stem van den troon zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn. En Hij, die op den troon gezeten is, zeide: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zeide: Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig” (Openb. 21:1, 3, 5). De beloften van de Schepper van een rechtvaardige nieuwe wereld zijn inderdaad getrouw. Tot zegening van allen die zijn koninkrijk liefhebben, zal zijn nieuwe wereld voor eeuwig blijven bestaan!
Wat zult u doen, nu wij in deze lotsbepalende tijd leven? Ieder moet beslissen of hij voor het behoud van deze goddeloze wereld zal werken — met aan het eind beslist teleurstelling — of de belangen van de beloofde nieuwe wereld zal dienen en zich haar eindeloze vreugden waardig zal tonen.