Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w59 1/8 blz. 472-477
  • „Uw wil geschiede op aarde” — Deel 13

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • „Uw wil geschiede op aarde” — Deel 13
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1959
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • DE VIJFDE, ZESDE EN ZEVENDE WERELDMACHT
  • De opkomst en val van een immens beeld
    Schenk aandacht aan Daniëls profetie!
  • Voorzegde wereldveranderingen tot aan de oprichting van Gods koninkrijk
    Onze toekomstige wereldregering — Gods koninkrijk
  • „Uw wil geschiede op aarde” — Deel 12
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1959
  • De vreugde van de goddelozen is kortstondig
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1965
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1959
w59 1/8 blz. 472-477

„Uw wil geschiede op aarde” — Deel 13

In het tweede regeringsjaar van koning Nebukadnezar als heerser over de wereld uit de oudheid, voorzei Jehovah God de „opmars van wereldmachten”, welke het onderwerp van hoofdstuk 5 van ons bijbelse studiehulpmiddel „Uw wil geschiede op aarde” vormt. De dromer, koning Nebukadnezar, had de profetische droom die Jehovah had gezonden om dit te voorschaduwen, vergeten. Jehovah’s profeet Daniël werd nu gebruikt om te voorkomen dat de situatie voor de wijzen van Babylon, die de droom niet in Nebukadnezars herinnering konden terugbrengen en evenmin konden verklaren, een rampzalige wending zou nemen. Terwijl Daniël Jehovah God de eer voor de oplossing van het mysterie gaf, beschreef hij de droom tot in de kleinste details. De koning had over een groot metalen beeld gedroomd waarvan het hoofd van goud was terwijl de borst en armen van zilver, de buik en lendenen van koper of brons, de benen van ijzer en de voeten en tenen van ijzer gemengd met klei waren. Door de harde slag en de vermalende werking van een steen die zonder handen uit een berg was uitgehouwen en tegen het beeld aansloeg, werd het echter totaal verwoest. Het gouden hoofd, zo legde Daniël uit, was koning Nebukadnezar. Wat betekende dit? Beeldde het lichaam onder het gouden hoofd nu een soort van statische organisatie onder koning Nebukadnezar af, waarbij alleen het onderste gedeelte van de benen en de voeten en tenen een profetische betekenis hadden?

17. Wat wordt zinnebeeldig door het metalen beeld voorgesteld, in plaats dat het grotendeels een statisch symbool is, en in welk opzicht is Nebukadnezar het symbolische gouden hoofd?

17 Neen! Dat symbolische beeld vormt niet een statisch beeld waarvan alleen maar de lagere delen profetische kenmerken bezitten. Van het hoofd tot de voeten is het vooruitstrevend en profetisch, en wat er ten aanzien van dit beeld gebeurt, is eveneens profetisch. Nebukadnezar persoonlijk werd niet door een lager gelegen deel van het beeld, door iets in de benen ervan, voorgesteld. Hij kon zich niet tegelijkertijd daar beneden in het beeld bevinden en eveneens het hoofd van het beeld zijn. Nebukadnezar vormt als de persoon die onder toelating van de God des hemels, die hem zowel Jeruzalem als haar heiligdom liet vernietigen, de koning der koningen van de Babylonische wereldmacht was, het gouden hoofd van het symbolische beeld.

18. Welke ruimere betekenis krijgt dat gouden hoofd, en wanneer ontstond dat hoofd derhalve?

18 Als het hoofd van een dynastie van heersers over het Babylonische wereldrijk is hij het gouden hoofd. Dit hoofd symboliseert dus in feite de dynastie van de Babylonische wereldmacht welke in Nebukadnezar haar begin vond. De bijbel zelf noemt twee andere leden van die dynastie, namelijk, Evil-Merodach en Belsazar (2 Kon. 25:27; Jer. 52:31; Dan. 5:1-30). Van Nebukadnezar is bekend dat hij vanaf het ogenblik dat hij in 625 v. Chr. op de troon werd geplaatst, drieënveertig jaar heeft geregeerd, of vijfentwintig jaar nadat hij in 607 v. Chr. Jeruzalem en haar heiligdom verwoestte. Evil-Merodach begon in 582 v. Chr. als onmiddellijke opvolger van Nebukadnezar te regeren. Belsazara bracht de dynastie van Nebukadnezar in 539 v. Chr. ten einde toen hij op gewelddadige wijze ter dood werd gebracht (Dan. 5:30, 31). Het gouden hoofd van het symbolische beeld ontstond dus eigenlijk toen Nebukadnezar bij de vernietiging van Jeruzalem in 607 v. Chr. wereldheerser werd, na welke gebeurtenis de „zeven tijden” begonnen.

19. Hoe werd door het metalen beeld getoond dat de Babylonische wereldmacht niet zou blijven bestaan, en op welke wijze werd dit door Daniëls uitleg te kennen gegeven?

19 Het beeld dat in de droom werd gezien, had echter niet alleen een gouden hoofd. Daaronder bevond zich een lichaam van verschillende metaallagen. De door het gouden hoofd afgebeelde dynastie zou dus niet blijven bestaan. In de wereldlijke geschiedenis worden nog andere koningen in de lijn van Nebukadnezar tot Belsazar opgesomd. De Babylonische wereldmacht is sedert de vernietiging van Jeruzalem slechts tot 539 v. Chr., of nog geen zeventig jaar, blijven voortbestaan. Daniël doelt op dit einde van de Babylonische wereldmacht wanneer hij zijn uitleg vervolgt met de woorden: „Na u [dat wil zeggen, uw dynastie] zal een ander koninkrijk ontstaan, geringer dan het uwe” (Dan. 2:39). Dit koninkrijk werd voorschaduwd door de borst en armen van zilver. Welk koninkrijk wordt dan zinnebeeldig door dit deel van het beeld voorgesteld?

20. In welk opzicht kwam dit met zilver te vergelijken „koninkrijk” na hem, hoe was het geringer dan het koninkrijk dat met het gouden hoofd overeenkwam, en wat werd met betrekking tot Babylons veroveraar voorzegd?

20 Dit was het „koninkrijk” of de wereldmacht der Meden en Perzen. De uitdrukking „Na u” heeft betrekking op tijd, en hierdoor wordt Nebukadnezar eraan herinnerd dat zijn dynastie in verband met de wereldheerschappij door een andere regering opgevolgd zal worden. Die regering moest nog komen. De uitdrukking „geringer dan het uwe” heeft betrekking op het niveau van de nieuwe wereldmacht of haar hoedanigheid in vergelijking met de Babylonische wereldmacht. Ze was lager dan het gouden hoofd en bestond uit een minder kostbaar metaal, namelijk, zilver. Deze wereldmacht der Meden en Perzen ontwikkelde een beschaving die wat wereldlijke pracht betreft uitnemend was en stellig niet voor die van Babylon onderdeed. In de ogen van Jehovah God bezat ze echter niet het in hoge mate onderscheidende kenmerk zijn voorbeeldige koninkrijk te Jeruzalem omvergeworpen te hebben. Voordat Medo-Perzië een wereldmacht werd — de vierde wereldmacht in de bijbelse geschiedenis — slaagde koning Kores van Perzië erin, Medië en Perzië te verenigen, waarna hij het machtige koninkrijk Lydië in het westelijke deel van Klein-Azië veroverde. In Jehovah’s profetische Woord was voorzegd dat Kores tegen Babylon zou optrekken en deze macht van haar hemelhoge positie naar beneden zou doen vallen. Daarna zou deze Perzische veroveraar als werktuig worden gebruikt voor het verrichten van een herstellingswerk dat hij overeenkomstig Jehovah’s voornemen zou doen. — Jes. 44:28.

21, 22. Wat maakte Jesaja lang tevoren bekend als bewijs dat het Jehovah was die Babylon Kores in handen had gegeven?

21 Als bewijs dat de Allerhoogste God de grote wereldmacht Babylon eigenlijk Kores de Grote in handen had gegeven, maakte de profeet Jesaja ongeveer tweehonderd jaar tevoren bekend:

22 „Zo zegt de HERE tot zijn gezalfde, tot Kores, wiens rechterhand Ik gevat heb om volken vóór hem neer te werpen: de lendenen van koningen omgord Ik; om deuren vóór hem te openen, geen poorten blijven gesloten. Ik zelf zal vóór u uitgaan en de oneffenheden effenen; koperen deuren zal Ik verbreken en ijzeren grendels verbrijzelen. En ik zal u geven de schatten der duisternis en de rijkdommen der verborgen plaatsen, opdat gij weet, dat Ik, de HERE, het ben, die u bij uw naam riep, de God van Israël. Ter wille van mijn knecht Jakob en van Israël, mijn uitverkorene, riep Ik u bij uw naam, gaf u een erenaam, hoewel gij Mij niet kendet. Ik ben de HERE en er is geen ander; buiten Mij is er geen God. Ik gordde u, hoewel gij Mij niet kendet, opdat men het wete waar de zon opgaat en waar zij ondergaat, dat er buiten Mij niemand is; Ik ben de HERE, en er is geen ander. Ik ben het, die hem verwekt heb in gerechtigheid, en al zijn wegen zal Ik effen maken; hij is het, die mijn stad herbouwen zal en mijn ballingen vrijlaten, zonder koopprijs en zonder geschenk, zegt de HERE der heerscharen.” — Jes. 45:1-6, 13.

23. (a) Hoe kwamen Kores’ strijdkrachten binnen de muren van Babylon, en wie had zich in deze verovering bij de Perzen aangesloten? (b) Hoe veranderde een boodschap Belsazars feestvreugde in ontzetting?

23 Daar de poorten van Babylon in de nacht van 6 op 7 oktober, 539 v. Chr., vreemd genoeg waren opengelaten, konden de veroverende troepen door de opgedroogde bedding van de rivier de Eufraat marcheren, waarna zij via de rivierkaden binnen de torenhoge muren van Babylon konden komen. In Jehovah’s bij monde van Jesaja gegeven profetieën was voorzegd dat strijders van Elam en Medië zich bij Kores zouden aansluiten om Babylon te veroveren (Jes. 13:17-22; 21:2, 9). In overeenstemming hiermee voegde Kores’ oom Darius de Meder zich in deze triomftocht tegen Babylon bij hem. De profeet Daniël bevond zich destijds in de stad. Hij bestudeerde Gods profetieën, waarbij ook de door Jeremia geuite profetie, die eveneens de val van Babylon of Sesach had voorzegd, was inbegrepen (Dan. 9:1, 2; Jer. 25:12-26; 50:1 tot en met 51:64). In de nacht dat het machtige Babylon viel en zijn laatste koning, Belsazar, werd gedood, vierden Belsazar en zijn vele machtigen feest, terwijl zij zich achter de stadsmuren o zo veilig voelden. De feestvreugde veranderde echter in ontzetting toen Jehovah een mensenhand liet verschijnen die in vreemde alfabetische lettertekens iets op de muur van Belsazars eetzaal schreef. Ten slotte moest de profeet Daniël worden geroepen om het handschrift op de muur te lezen en te verklaren. Door inspiratie geleid kwam Daniël te weten dat de wonderbaarlijke boodschap een bevestiging vormde van wat Jehovah’s profeten Jesaja en Jeremia reeds lang tevoren hadden gezegd. Daniël zei dat zijn God, de God van Israël, de boodschap had geschreven:

24. Wat was volgens Daniël de inhoud van die boodschap, en welke uitleg gaf hij eraan?

24 „Toen werd van zijn tegenwoordigheid uit, de hand gezonden en werd dit schrift opgetekend. En dit is het schrift dat werd opgetekend: MENE, MENE, TEKEL en PARSIN [de meervoudsvorm van het woord PERES]. Dit is de uitlegging van de zaak: MENE, God heeft de dagen van uw koninkrijk geteld en het tot een einde gebracht; TEKEL, gij zijt in de weegschalen gewogen en te licht bevonden; PERES, uw koninkrijk is verdeeld en aan de Meden en Perzen gegeven.”

25. Hoe werd de boodschap diezelfde nacht nog verwezenlijkt, en welke verandering in de wereldheerschappij was hiervan het gevolg?

25 Voordat die nacht was voorbijgegaan, ging de met de hand geschreven profetie op de muur in vervulling, waardoor zowel Jehovah’s woord als dat van zijn profeet Daniël werd gerechtvaardigd. „In denzelfden nacht werd Belsazar, de koning der Chaldeeën, gedood. Darius, de Meder, ontving het koningschap toen hij twee en zestig jaar oud was” (Dan. 5:24-28, RS; 5:30; 6:1). Toen deze laatste koning in Nebukadnezars dynastie over Babylon stierf, hield het gouden hoofd van het beeld waarover hij had gedroomd, op als een wereldmacht te bestaan. Medo-Perzië, voorgesteld door de symbolische borst en armen van zilver, kreeg als de vierde wereldmacht in de bijbelse geschiedenis de heerschappij in handen. Dit geschiedde in 539 v. Chr.

26. Wanneer en op welke wijze werd de profetie betreffende het herstel der joden vervuld, en werd Babylon onmiddellijk verwoest?

26 Klaarblijkelijk werd Kores de Pers bij het overlijden van zijn oom, Darius de Meder, de alleenheerser van het Perzische rijk. Hij verrichtte het door Jesaja voorzegde herstellingswerk. In 537 v. Chr.b werd Kores’ bevel ten aanzien van de gevangen joden die destijds als ballingen in Babylon vertoefden, uitgevaardigd en werd het getrouwe joodse overblijfsel bevrijd om naar zijn land terug te keren en Jehovah’s heiligdom alsmede de heilige stad Jeruzalem te herbouwen. De veroverde stad Babylon werd in vervulling van Jehovah’s profetie betreffende haar blijvende verwoesting niet onmiddellijk een ruïne, maar koning Kores regeerde van deze stad uit.

27, 28. (a) Wat werd door de zilveren borst en armen van het beeld in Nebukadnezars droom afgebeeld? (b) Op welke wijze breidde Cambyses het Perzische Rijk uit, en in hoeverre hadden Xerxes I en Artaxerxes I iets met twee bekende bijbelse figuren te maken?

27 De zilveren borst en armen waarover Nebukadnezar had gedroomd, beeldden een „koninkrijk” af, de lijn van koningen beginnend met Kores de Grote, die een tijd lang tezamen met zijn oom Darius de Meder regeerde, en welke lijn van koningen ruim tweehonderd jaar heeft bestaan. Deze lijn van Perzische koningen telde meer koningen dan de enkelen die in de bijbel worden genoemd. Kores was de eerste Ariër of de eerste van de Jafetitische tak der menselijke familie die wereldheerser werd, en in deze hoedanigheid heeft Kores de Grote negen jaar geregeerd, waarna hij in 529 v. Chr. door koning Cambyses, die het Perzische rijk uitbreidde door in 525 v. Chr. Egypte te veroveren, werd opgevolgd. In 522 v. Chr. werd hij door een overweldiger, een magiër onder de naam Gaumata, die voorgaf Smerdis te zijn, van de troon gestoten. Laatstgenoemde regeerde nog geen acht maanden toen hij door de eerste Perzische koning, Darius genaamd, die aldus in 521 v. Chr. koning werd, ter dood werd gebracht.

28 Deze Perzische koning Darius I zette een veldtocht tegen Griekenland op touw maar leed in de slag bij Marathon een betekenisvolle nederlaag. Hij werd in 486/485 v. Chr. door Xerxes I of Ahasveros, de echtgenoot van de bijbelse koningin Esther (Esther 1:1-3; 3:7) opgevolgd. Ook hij trachtte Griekenland te veroveren, maar tevergeefs, want hij leed te Thermopylae een militaire nederlaag en werd in 480 v. Chr. op zee in de slag bij Salamis verslagen. Zijn opvolger was Artaxerxes I, bijgenaamd Longimanus, omdat zijn rechterhand langer dan de linker was. Deze Artaxerxes nu stelde in het twintigste jaar van zijn regering, of in 455 v. Chr., zijn joodse schenker Nehemia tot bestuurder over de provincie Judea aan en machtigde hem naar Jeruzalem te gaan om haar muren te herbouwen. Met de herbouw van Jeruzalems muren door Nehemia begonnen de ’zeventig jaarweken’ van Daniël 9:24-27, aan de hand waarvan de datums voor de verschijning en de dood van de Messias of Christus, Jezus van Nazareth, vastgesteld kunnen worden; te tellen. — Neh. 1:1; 2:1-18.

29. Met de regering van welke koning eindigde de Perzische wereldmacht, en door wie werd de volgende wereldmacht in het leven geroepen?

29 Daarna kwamen in volgorde koning Xerxes II; Darius II (de Pers); Artaxerxes II, bijgenaamd Mnemon; Artaxerxes III, bijgenaamd Ochus; Arses, die twee jaar heeft geregeerd (338-336 v. Chr); en ten slotte Darius III, bijgenaamd Codomannus, aan wiens regering in 331 v. Chr. plotseling een einde kwam. Met hem eindigde de Perzische wereldmacht, zinnebeeldig voorgesteld door de zilveren borst en armen van het beeld van Nebukadnezars droom. Dit plotselinge einde kwam namelijk toen hij dat jaar in de slag van Gaugamela, in de buurt van de plaats waar eens Ninevé, de hoofdstad van het Assyrische rijk, had gelegen, werd verslagen. Door wie? Door de Macedoniër die de volgende wereldmacht, het Macedonische of Griekse rijk, de vijfde wereldmacht, oprichtte, namelijk, Alexander de Grote.

DE VIJFDE, ZESDE EN ZEVENDE WERELDMACHT

30. Hoe voorzei Daniël in zijn uitleg van de droom dit Macedonische of Griekse rijk, en hoe werd het een koninkrijk dat „over de gehele aarde” heerste?

30 Nu zijn wij in onze studie van het metalen beeld uit Nebukadnezars droom bij „zijn buik en lendenen van koper [of brons]” aangeland. De profeet Daniël gaf aan Nebukadnezar te kennen dat dit gedeelte van het beeld een koninkrijk of lijn van koningen afbeeldde, want hij zei: „Na u zal een ander koninkrijk ontstaan, geringer dan het uwe; en, weer een ander, een derde koninkrijk, van koper, dat heersen zal over de gehele aarde” (Dan. 2:39). Alexander was de zoon van koning Philippus II van Macedonië, die zijn macht zuidwaarts over geheel Griekenland uitbreidde en een einde aan het stad-staatjes-stelsel der Grieken maakte. Alexander bracht het eerzuchtige streven van zijn vader ten uitvoer door tot de verovering van het oostelijker in Azië gelegen Perzische rijk over te gaan. Daarom werd deze Alexander de Grote, zoals wij zullen vernemen, in de profetie van Daniël voorzegd. Hij behaalde de ene overwinning na de andere over de Perzische koning, Darius III, en ontnam hem in 331 v. Chr. de stad Babylon terwijl hij hem in de slag bij Gaugamela versloeg. Met deze nederlaag stortte de Perzische wereldmacht ineen en werd Alexander van Macedonië wereldheerser van de door hem opgerichte vijfde wereldmacht der bijbelse geschiedenis. In 327 v. Chr. breidde hij zijn veroveringen tot de westelijke delen van India uit. Zijn rijk was groter dan alle aan hem voorafgegane rijken. Aldus beschouwd, was dit bronzen of koperen koninkrijk een rijk „dat heersen zal over de gehele aarde”.

31. Wat werd door Alexanders veldtochten om zijn rijk uit te breiden, de internationale taal, en voor de verbreiding van welk goede nieuws naar alle delen der wereld werd deze taal het juiste middel?

31 Als wereldheerser heeft Alexander de Grote slechts acht jaar geleefd, want hij stierf in 323 v. Chr. in Babylon. Gedurende zijn militaire veldtochten kwam het zogenaamde koiné of gemeenschappelijke, algemene Grieks tot ontwikkeling, in welke taal de Christelijke Griekse Geschriften van de bijbel werden geschreven. Door de grote uitgestrektheid van Alexanders rijk en de Griekse koloniën die hij stichtte, werd het koiné Grieks de internationale taal. Vandaar dat deze taal het juiste middel was om het goede nieuws van Gods door Christus geregeerde koninkrijk tot alle delen van de destijds in de dagen van Christus’ apostelen bekende wereld, te verbreiden.

32. Waarom eindigde het door de buik en lendenen van koper afgebeelde koninkrijk niet bij de dood van Alexander, en door wie werd zijn rijk geleidelijk aan opgeslokt?

32 Toen Alexander in 323 v. Chr. stierf, kwam er geen einde aan het „koninkrijk” dat door de buik en lendenen van koper (brons) werd afgebeeld, om plaats te maken voor het ijzeren deel van het symbolische beeld. Alexanders twee zoons en zijn broer, die voor de opvolging in aanmerking kwamen, werden binnen veertien jaar vermoord. Alexanders rijk viel in delen uiteen doordat vier van zijn generaals zich enige macht toeëigenden en elk een gedeelte van het rijk ging besturen. Nog geen halve eeuw na Alexanders dood hadden er zich drie afzonderlijke Hellenistische of Griekse rijken ontwikkeld, elk met zijn eigen lijn van koningen. Een van deze Hellenistische rijken was in Macedonië gevestigd, een ander in Syrië en het derde in Egypte. De twee laatstgenoemde trachtten Egypte, het Midden-Oosten en Azië tot in India aan toe, te helleniseren of te vergrieksen. Gedurende deze periode werden de Hebreeuwse Geschriften van de hand van Jehovah’s profeten in het gewone Grieks van die tijd vertaald, waardoor wat men de Griekse Septuaginta noemt, ontstond die door de eerste christenen werd gebruikt. In de loop der tijden werden deze Hellenistische rijken door de opkomende macht van Rome in Italië opgeslokt: eerst dat van Macedonië, vervolgens dat van Syrië en ten slotte, in 30 v. Chr., het Egyptische rijk.

33. Hoe werd deze volgende wereldmacht in Daniëls uitleg voorzegd, en waarom duiden de twee ijzeren benen niet op verdeeldheid?

33 In dat jaar geraakte het Hellenistische rijk van Egypte in onderworpenheid aan Rome, zodat Egypte een Romeinse provincie onder een Romeinse bestuurder werd. Rome werd op zijn laatst in dat jaar (30 v. Chr.) de overheersende of zesde wereldmacht. De opmars der wereldmachten, zoals die door het metalen beeld in Nebukadnezars droom was uitgebeeld, was nu tot de benen van ijzer afgedaald. Dit werd door Daniël, die Nebukadnezars droom uitlegde, voorzegd met de woorden: „En een vierde koninkrijk zal hard zijn als ijzer; juist zoals ijzer alles verbrijzelt en vermorzelt; en gelijk ijzer, dat vergruizelt, zal dit die allen verbrijzelen en vergruizelen” (Dan. 2:40). Dat er twee ijzeren benen waren, betekende niet dat de door de benen gesymboliseerde wereldmacht in een oostelijk en een westelijk of een noordelijk en een zuidelijk blok was verdeeld, evenmin als er door de twee zilveren armen te kennen werd gegeven dat de Perzische wereldmacht politiek gezien in twee tegenovergestelde partijen werd verdeeld. De Romeinse wereldmacht — de zesde in de bijbelse geschiedenis — is nogal eens aan veranderingen onderhevig geweest maar bleek sterker dan de aan haar voorafgaande rijken van goud, zilver en koper (brons) te zijn. Ze was wat kracht en het vermogen om te vermorzelen aangaat, inderdaad gelijk ijzer.

(Wordt vervolgd)

[Voetnoten]

a Daniël heeft reeds lang voordat de moderne archeologie de „hogere critici” van de bijbel een verpletterende nederlaag toebracht en het wereldlijke bewijs leverde dat Belsazar een historische figuur is, hem aan deze moderne wereld voorgesteld. In 1929 kon men bijvoorbeeld in Deel XV van de Yale Oriental Series Researches het volgende lezen:

„Aanduidingen in spijkerschrift met betrekking tot Belsazar hebben zoveel licht geworpen op de rol die hij heeft gespeeld, dat zijn plaats in de geschiedenis onomstotelijk is vast komen te staan. Er zijn vele teksten die te kennen geven dat Belsazar wat positie en prestige betreft, bijna gelijk stond met Nabonedos. Dat er gedurende het grootste gedeelte van de laatste Neo-Babylonische regering een dualistische regering bestond, is een vaststaand feit. Nabonedos oefende van zijn hof te Têmâ in Arabië het opperste gezag uit, terwijl Belsazar als mederegeerder in het moederland optrad met Babylon als het centrum van zijn invloedssfeer. Het is duidelijk dat Belsazar geen zwakke onderkoning was, want hij werd met ’het koningschap’ toegerust.” — Zie bladzijde 186 van Hoofdstuk XIV, getiteld „De betekenis van de niet in spijkerschrift geschreven aanduidingen met betrekking tot Belsazar”, van Deel XV der bovengenoemde serie onder de titel „Nabonedos en Belsazar — Een studie van de laatste gebeurtenissen van het Neo-Babylonische rijk”, door R.P. Dougherty, W.M. Laffan professor in de Assyriologie en Babylonische letterkunde en curator van de Babylonische collectie der Yale-universiteit te New Haven, Connecticut, V.S.

b Zie The Bible as History, door Werner Keller (1956) bladzijde 300, Londense uitgave; bladzijde 313, New Yorkse uitgave.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen