-
De exclusieve GodDe Wachttoren 1953 | 1 juli
-
-
waren kinderen van de organisatie van Israël. — Amos 3:1.
24. Welke punten zijn aangeroerd, en aangaande welk punt zullen wij het volgende artikel raadplegen?
24 Het voorgaande toont in enige mate Jehovah’s oppermacht aan en zijn goedgunstige voorzieningen als de Schepper, en leidt de aangelegenheid in van de betrekking waarin hij staat tot zijn schepselen zoals zij bestaan in organisaties die hij heeft geformeerd. Zullen wij betreffende dit laatste punt nog meer inlichtingen in zijn Woord beschouwen? Raadpleeg het volgende artikel.
-
-
Jehovah: Echtgenoot, Vader en OnderwijzerDe Wachttoren 1953 | 1 juli
-
-
Jehovah: Echtgenoot, Vader en Onderwijzer
„Al uw kinderen zullen door Jehovah worden onderwezen; en groot zal de vrede van uw kinderen zijn.” — Jes. 54:13, AS.
1. Wie kan de betrekking waarin Jehovah tot zijn dienstknechten staat, het beste aantonen, en hoe kan ons besef er van toenemen?
NIEMAND beseft de betrekking waarin de waarachtige God tot zijn schepselen staat, zo goed als Jehovah zelf. Hij kan deze betrekking het beste beschrijven en hij doet dit ook in verscheidene uitdrukkingen die wij kunnen begrijpen. Door ons op Gods Woord toe te leggen, kan ons besef van de betrekking waarin Jehovah staat tot degenen die hem dienen, sterker worden. — Joh. 17:15-21, NW.
2. Toon aan dat het passend is dat Jehovah zichzelf een „echtgenoot” van zijn organisatie noemt.
2 Indien iemand een organisatie zou vormen, toegewijd zou zijn aan de doelstellingen er van, op haar belangen uit zou zijn, haar getrouw zou zijn, zou toezien op het welzijn van al haar leden, er tijd aan zou geven en aandacht aan zou besteden, zich zou verheugen in haar productiviteit, en er dus nauw mee verenigd zou zijn, kan er dan niet terecht worden gezegd dat zulk een persoon met die organisatie is „getrouwd”? Ja, omdat het „huwelijk”, figuurlijk gesproken, nu precies zulk een nauwe vereniging betekent. Het is logisch en passend dat Jehovah God zichzelf aanduidt als een echtgenoot van zijn organisatie. Dit moge bij de eerste gedachte vreemd schijnen, maar hoe zouden wij deze betrekking waarin zulk een nauwe vereniging bestaat, op betere wijze kunnen beschrijven? Wanneer wij zien hoe God zichzelf een echtgenoot noemt, terwijl hij de echtverhouding waarin hij tot de natie van het natuurlijke Israël stond als voorbeeld gebruikte, denken wij aan de goede huwelijksregeling van echtgenoot en echtgenote onder Jehovah’s aanbidders.
3, 4. Hoe was Jehovah in het ter illustratie dienende geval van de natie Israël een echtgenoot?
3 Op welke wijze was Jehovah een echtgenoot voor de natie Israël? Doordat hij in overeenstemming handelde met het ter illustratie dienende geval van de man die in de voorgaande paragraaf werd genoemd. Ten aanzien van Israël was hij bijvoorbeeld niet een echtgenoot die er vele aardse vrouwen op na hield. Neen, daarentegen deelde hij aan Israël mede: „Uit alle geslachten des aardbodems heb Ik ulieden alleen gekend” (Amos 3:2). Jehovah was getrouw ten aanzien van Israël, maar die natie overtrad Gods wet en keerde zich van hem af, en daarom lezen wij in Jeremia 3:14: „Keert terug, o afvallige kinderen, zegt Jehovah; want ik ben u een echtgenoot” (AS). Met een profetische blik vooruitziende door de jaren heen die begonnen te tellen nadat hij de ontrouwe „vrouw”, Israël, zou hebben verworpen, zeide hij: ’Ziet, de dagen komen, spreekt Jehovah, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal maken; niet naar het verbond, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb, ten dage als Ik hun hand aangreep, om hen uit Egypteland uit te voeren, welk Mijn verbond zij vernietigd hebben, hoewel Ik hen getrouwd had, spreekt Jehovah.’ — Jer. 31:31, 32, AS.
4 Deze betrekking en Jehovah’s trouw als echtgenoot en zijn gerechtvaardigd zijn de natie die goddeloos werd en zich tegen hem keerde, te verwerpen, worden profetisch aangetoond door Hosea: „Twist tegen ulieder moeder, twist, omdat zij Mijn vrouw niet is, en Ik haar Man niet ben; en laat ze haar hoererijen van haar aangezicht, en haar overspelerijen van tussen haar borsten wegdoen” (Hos. 2:1). In vers zes wordt het oorspronkelijke echtgenootschap aangetoond in verband met de volgende vernietigende openlijke veroordeling van de ontrouwe organisatie: „Dan zal zij haar minnaars nalopen, maar hen niet bereiken; hen zoeken, maar niet vinden. Dan zal zij zeggen: ik wil heengaan en terugkeren tot mijn eersten man, want toen had ik het beter dan nu” (NBG).
5. Geef Bijbelse bewijzen dat Jehovah als een echtgenoot is jegens zijn universele organisatie.
5 De betrekking van echtgenoot is niet tot de organisatie van Israël beperkt. Die natie, welke lang geleden werd verworpen, beeldde profetisch
-