Inzicht in het nieuws
Verlies van respect
● „Degenen die Hastings Kamuzu Banda, de huidige president van het Afrikaanse land Malawi, hebben gekend toen hij in de jaren twintig aan de Wilberforce-universiteit studeerde, zeggen dat zij hun lang gekoesterde respect voor hem hebben verloren”, zo schreef Bette Owens in de Dayton Daily News (Amerikaanse staat Ohio). Tot deze teleurgestelde personen behoort Miss Flora Isabel Askew, die in Wilberforce gedoceerd heeft. Zij wordt als volgt geciteerd: „Ik hoorde dat hij gruweldaden tegen Jehovah’s Getuigen begaat en ik zei: ’Hoe is het in vredesnaam mogelijk, hoe kan hij zich tot zo iets hebben verlaagd?’”
Jehovah’s Getuigen in Malawi worden wreed vervolgd omdat zij hun christelijke neutraliteit bewaren en derhalve weigeren een politieke kaart te kopen waardoor zij zich lid maken van de Malawi-Congrespartij (Joh. 17:16; 18:36; Jak. 1:27). Niettemin tonen zij het juiste respect voor de „superieure [regerings]autoriteiten”. — Rom. 13:1-7.
Het bekleden van een politieke positie op zich is voor een machthebber nog geen garantie dat hij ook alom wordt gerespecteerd. Hij wint veeleer respect en een goede naam door voortreffelijke woorden en daden. De bijbel zegt terecht: „Een [goede] naam is beter dan goede olie” (Pred. 7:1). Dient Dr. Banda er derhalve niet door gezond oordeel toe bewogen te worden zijn autoriteit te gebruiken om een halt toe te roepen aan de gruweldaden tegen Jehovah’s Getuigen, zodat hij weer iets van het respect kan winnen dat men eens voor hem had?
Zelfverminking aangeraden?
● Een achttienjarige student aan de Washington-universiteit drukte onlangs zijn rechteroog uit en hakte zijn rechterhand af. De campuspolitie zei dat de jongen op weg naar het ziekenhuis de volgende woorden aanhaalde: „Indien uw rechteroog u aanstoot geeft, ruk het uit en werp het van u weg; want het is beter voor u, dat één van uw lichaamsdelen verloren gaat dan dat heel uw lichaam in de hel wordt geworpen. En als uw rechterhand u aanstoot geeft, hak ze af en werp ze van u weg; want het is beter voor u, dat één van uw lichaamsdelen verloren gaat dan dat heel uw lichaam in de hel terecht komt.” — Matth. 5:29, 30, Willibrordvertaling.
Sommigen die het krantebericht over het verminkingsvoorval hebben gelezen, vragen zich misschien af hoe deze woorden van Jezus Christus begrepen moeten worden. Het uitrukken van het oog en het afhakken van de hand dient niet letterlijk te worden toegepast.
De toepassing van deze woorden wordt in Kolossenzen 3:5-7 vermeld: „Doodt daarom uw lichaamsleden die op de aarde zijn ten aanzien van hoererij, onreinheid, seksuele begeerte, schadelijke verlangens en begerigheid, welke afgoderij is. Wegens die dingen komt de gramschap van God. Ook gij hebt eens in diezelfde dingen gewandeld, toen gij er nog in leefdet.” De juiste handelwijze is dus niet onszelf te verminken, maar onze lichaamsleden ten aanzien van zonde te doden. — 1 Kor. 9:27.
Religie en geweld
● Gedurende 14 maanden van burgeroorlog in Libanon zijn er naar schatting 18.000 tot 20.000 mensen omgekomen. „Afslachting ter plaatse en kidnappings op godsdienstige gronden komen dagelijks voor”, zo schrijft Henry Tanner in een speciaal verslag voor de New York Times. Deze verslaggever vermeldt echter dat hij in Libanon „evenveel moed, fatsoen, karakter en bedachtzaamheid heeft ontmoet als hij elders heeft gezien”. Vanwaar dan echter het geweld?
Correspondent Tanner zegt: „Naar de mening van bekwame analytici van het Libanese karakter beteugelt de religie niet langer het geweld in een betrekkelijk arm land dat tussen de Arabische wereld en het Westen in ligt maar tot geen van beide behoort en dat het strijdtoneel is geworden van nog een botsing — tussen de tanende traditionele waarden en het grofste hedendaagse materialisme.”
Religie in het algemeen is er niet in geslaagd leringen in te prenten die waardering voor geestelijke dingen kweken en die mensen ervan weerhouden hun toevlucht te nemen tot geweld. Stellig is het zogenaamde christendom wat dit betreft in Libanon en elders in gebreke gebleven. Jehovah’s christelijke getuigen in dat door oorlog verscheurde land en over de gehele wereld hebben echter een hoge achting voor geestelijke dingen en handelen dienovereenkomstig.
Bovendien mijden Jehovah’s Getuigen geweld omdat zij de bijbelse vermaning opvolgen die luidt: „Streeft naar vrede met alle mensen” (Hebr. 12:14). Zij hebben ’hun zwaarden tot ploegscharen geslagen en hun speren tot snoeimessen en leren geen oorlog meer’ (Jes. 2:3, 4). Ja, de ware religie kweekt waardering voor geestelijke waarden en weerhoudt haar aanhangers van geweld. — 2 Kor. 10:3, 4.