Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w85 1/7 blz. 12-15
  • Er is grote behoefte aan vredelievende mensen!

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Er is grote behoefte aan vredelievende mensen!
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1985
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Een andere vrede
  • Bent u een vredelievend mens?
  • Menselijke wijsheid door goddelijke wijsheid vervangen
  • Vredestichters zijn evangeliepredikers
  • ’Zoek vrede en streef die na’
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1991
  • Vrede — Het bezit van christenen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1966
  • Vrede: Hoe kun je die vinden?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2018
  • De wijze waarop vrede op aarde kan komen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1980
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1985
w85 1/7 blz. 12-15

Er is grote behoefte aan vredelievende mensen!

HET thema was veelbelovend: „Internationaal Literatuurcongres — Schrijvers voor de vrede”. De plaats was schilderachtig: de oude Duitse stad Keulen, met uitzicht over de Rijn. Het congres verliep rustig, totdat de vrede verstoord werd door een ruzie tussen de afgevaardigden. Volgens nieuwsberichten over dit in 1982 gehouden congres werd er door sommige deelnemers geschreeuwd, geduwd en gestompt — en zelfs gevochten om zich meester te maken van het podium. Aanleiding tot de rel was de vraag wiens regering de agressor is in de conflicten van de wereld.

Of het strijdtoneel nu een verafgelegen land is, een congresterrein of de huiskamer van uw buurman: waarom kunnen toch niet meer mensen in vrede met elkaar leven? Het antwoord is eenvoudig: Er kan geen ware vrede bestaan wanneer er voor de God van vrede, Jehovah, in het leven van mensen geen plaats is. — 1 Thessalonicenzen 5:23.

In Galáten 5:22, 23 noemt de bijbel vrede als een van de vruchten van Gods heilige geest. Er kan alleen ware en blijvende vrede in ons leven zijn als Gods geest die in ons hart doet groeien. Hoe gaat dat in zijn werk? Eerst moeten wij Jehovah God en zijn Zoon Jezus Christus leren kennen, en vervolgens moeten wij geloof in hen oefenen (Johannes 17:3). Aldus zal voor ons de vurige smeekbede van de apostel Paulus in vervulling gaan: „Moge de God die hoop geeft, u vervullen met alle vreugde en vrede doordat gij gelooft, opdat gij overvloedig moogt zijn in hoop met kracht van heilige geest.” En merk op dat Paulus zijn aansporing in deze zelfde brief besluit met de verdere smeekbede: „Moge de God die vrede geeft, met u allen zijn.” — Romeinen 15:13, 33.

De vrede die door Gods heilige geest wordt voortgebracht, is anders dan de vrede waarnaar de wereld zoekt. In welk opzicht?

Een andere vrede

In de internationale politiek is een vredestichter iemand die goed kan praten en goed overweg kan met het protocol; iemand die kans ziet door een compromis twee vijandige partijen te verzoenen zonder dat zij hun zienswijze en motieven noodzakelijkerwijs hoeven te veranderen. Zo kan een communist vrede sluiten met een kapitalist zonder dat een van beiden zijn filosofie wijzigt. Maar vrede met God is iets anders. God stelt de vredesvoorwaarden vast. Hij bepaalt ze en laat zien hoe ze worden toegepast. Jehovah God kent geen compromis, maar verlangt de volledige overgave van onze motieven, zienswijzen, levenswijze, ja, van onze hele persoon. — Matthéüs 22:37.

Er is in deze tijd dus behoefte aan vrede die wortelt in goddelijke en niet in menselijke wijsheid. Bij het lezen van Jakobus 3:13-18 merken wij op welke voordelen hemelse wijsheid afwerpt:

„Wie is wijs en verstandig onder u? Hij tone uit zijn voortreffelijke gedrag zijn werken met een zachtmoedigheid die bij wijsheid behoort. Maar indien gij bittere jaloezie en twistgierigheid in uw hart hebt, snoeft en liegt niet tegen de waarheid. Dit is niet de wijsheid die van boven neerdaalt, maar ze is aards, dierlijk, demonisch. . . . De wijsheid van boven is allereerst zuiver, vervolgens vredelievend, redelijk, bereid tot gehoorzamen, vol van barmhartigheid en goede vruchten, geen partijdig onderscheid makend, niet huichelachtig. Bovendien wordt het zaad van de vrucht der rechtvaardigheid gezaaid onder vredige toestanden voor hen die vrede maken.”

De vrede die het gevolg is van Gods wijsheid, doet meer dan conflicten voorkomen; ze streeft ernstig en actief naar een goede verhouding met anderen.

Bovendien is godvruchtige vredelievendheid een hulp om te voorkomen dat de schadelijke neigingen waarvoor het zaad sedert de opstand in Eden in het hart van de mens is gelegd, uitgroeit tot dodelijke, zondige daden (Genesis 8:21; Matthéüs 15:19; Romeinen 5:12). Over de doeltreffendheid van dit beschermende schild schreef de apostel Paulus: „De vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, zal uw hart [motivatie] en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus.” — Filippenzen 4:7.

Hiermee wordt te kennen gegeven dat „de vrede van God” door hem wordt overgedragen door bemiddeling van de Zoon. Jezus zei: „Mijn vrede geef ik u. Niet zoals de wereld die geeft, geef ik hem u” (Johannes 14:27). Ware vrede is niet het resultaat van sociale, economische, politieke of milieuhervormingen, maar komt veeleer tot stand door Jehovah te aanbidden, in navolging van zijn Zoon Jezus Christus. Terecht begint de apostel Paulus zoveel van zijn brieven dan ook met uitdrukkingen zoals: „Moogt gij onverdiende goedheid en vrede hebben van God, onze Vader, en de Heer Jezus Christus.” — Romeinen 1:7; 1 Korinthiërs 1:3; 2 Korinthiërs 1:2.

Bent u een vredelievend mens?

Vredelievende christenen zien in dat zij buiten Jehovah God om geen blijvende vrede kunnen stichten. Het menselijke vlees is zwak. Het moet gesterkt worden door Gods geest. Paulus vermaande christenen: „Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf”, en voegde eraan toe: „Maar als gij elkaar blijft bijten en verslinden, past er dan voor op dat gij niet door elkaar wordt verdelgd. Maar ik zeg: Blijft door geest wandelen en gij zult in het geheel geen vleselijke begeerte volvoeren. Want het vlees gaat, wat zijn begeerte betreft, in tegen de geest, en de geest tegen het vlees, want deze staan vijandig tegenover elkaar, zodat gij juist de dingen die gij zoudt willen doen, niet doet.” — Galáten 5:14-17.

Wanneer iemand tegenstand ondervindt, kunnen zijn ’vleselijke begeerten’ hem tot de gedachte verleiden dat hij gelijk heeft, terwijl hij in feite ongelijk heeft. De lelijke eigenschappen egotisme, afgunst en ongeremde rivaliteit worden vergoelijkt. De persoon in kwestie gaat ze zien als strijdlust en ijver, eigenschappen die hij beschouwt als de sleutel tot overwinning en succes. Dat overkwam sommige eerste-eeuwse christenen in de provincie Galátië. Zij lieten niet alleen in hun eigen leven maar ook in de gemeente de schoonheid van hun vrede bederven door hun ’vleselijke begeerten’. „Vijandschappen, twist, jaloezie, vlagen van toorn, ruzies” ontsierden het geestelijk aanzien van hun gemeente, en die smetten moesten zij verwijderen om de vrede te herstellen. — Galáten 5:20, 22.

Ook in deze tijd kunnen onchristelijke eigenschappen ons geestelijke paradijs van zijn vrede beroven. Zaken, werk, school, sociale en gemeentelijke activiteiten zorgen voor omstandigheden waardoor wordt getoetst of wij de vrucht die vrede heet, in sterke mate ontwikkeld hebben of niet. Om er zeker van te zijn dat u een vredestichter bent en geen vredeverstoorder, zou u zich de volgende vragen eens moeten stellen:

◻ Hunker ik naar aanzien en erkenning, of ben ik nederig en bescheiden? — Spreuken 11:2; Matthéüs 18:1-4.

◻ Verlang ik sterk naar materiële welstand, of ben ik tevreden met voedsel, kleding en onderdak? — 1 Timótheüs 6:4-10; Hebreeën 13:5.

◻ Gaat mijn voorkeur uit naar vooraanstaande of welgestelde broeders in de gemeente, of ben ik blij met allen die in het geloof zijn? — Romeinen 15:7; Jakobus 2:1-4.

Menselijke wijsheid door goddelijke wijsheid vervangen

De boosaardige geest die chronische vredeverstoorders aandrijft, komt voort uit zelfzuchtige verlangens. Merk op hoe de discipel Jakobus in Jakobus 4:1 precies aangeeft waar de slechte vruchten hun oorsprong vinden; hij schrijft daar: „Uit welke bron komen er oorlogen en uit welke bron komen er gevechten onder u? Komen ze niet uit deze bron, namelijk uit uw begeerten naar zingenot, die strijd voeren in uw leden?” Doordat verstoorders van de harmonie in de gemeente toelaten dat hun zelfzuchtige verlangens ’strijd voeren in hun binnenste’, maken zij het zichzelf onmogelijk vredelievend te worden. Zij laten toe dat een strijdlustige geest zich in hun lichaam verschanst. Daardoor begeven hun zelfzuchtige verlangens zich net als een binnenvallend leger op het oorlogspad, vechtend om aanzien, meer invloed, bezittingen en dergelijke, en nemen de vrede weg uit hun verhouding met God en met hun medegelovigen.

Vermoedelijk worden wij iedere dag wel geconfronteerd met een situatie of iemand die ons niet aanstaat. Hoe gaan wij dan te werk? Sommigen zullen misschien verontwaardigd een grote mond opzetten, in de hoop dat de tegenpartij dan wel bakzeil haalt. Anderen, die hun positie en status in het leven willen beschermen, zullen misschien energiek te velde trekken tegen elke verbeterde methode. Die handelwijzen verwoesten de vrede. Ze vertragen de vooruitgang en de prestaties thuis, op het werk of in de gemeente. In tegenstelling daarmee ’is de wijsheid van boven vredelievend’ (Jakobus 3:17). En vrede in actie verenigt mensen onderling en met God (Efeziërs 4:3). Daarom gebiedt de goddelijke wijsheid bovendien:

◻ „Wanneer gij daarom uw gave naar het altaar brengt en u daar herinnert dat uw broeder iets tegen u heeft, laat uw gave dan daar vóór het altaar en ga heen; sluit eerst vrede met uw broeder en offer daarna, wanneer gij zijt teruggekomen, uw gave.” — Matthéüs 5:23, 24.

◻ „Zijt indien mogelijk, voor zover het van u afhangt, vredelievend jegens alle mensen.” — Romeinen 12:18.

◻ „Laten wij dus de dingen nastreven die de vrede bevorderen en de dingen die tot opbouw van elkaar dienen.” — Romeinen 14:19.

Vredestichters zijn evangeliepredikers

De apostel Petrus erkende dat Jehovah God Degene is van wie een wereldwijde vredesboodschap uitgaat en zei dan ook: „Hij heeft het woord tot de zonen van Israël gezonden om hun het goede nieuws van vrede door bemiddeling van Jezus Christus bekend te maken: Deze is Heer van alle anderen” (Handelingen 10:36). Niet alleen is Jezus zelf „gekomen en heeft het goede nieuws van vrede bekendgemaakt”, maar ook heeft hij zijn volgelingen daarvoor opgeleid (Efeziërs 2:17). Hij zei dat zij dit moesten doen door van huis tot huis te ’onderzoeken wie het waard is’, en hij gebood hun: „Waar gij ook een huis binnengaat, zegt eerst: ’Vrede zij over dit huis.’” — Matthéüs 10:11; Lukas 10:5.

Net als in de eerste eeuw weet ook nu echter niet iedereen „het goede nieuws van vrede” te waarderen. Bij sommigen roept het geen vredelievende reactie op, maar maakt het juist een strijdlustige geest wakker. Jezus voorzag dit soort reacties op het evangelisatiewerk, want hij zei: „Wanneer gij het huis binnengaat, groet dan het huisgezin; en indien het huis het waard is, zo kome de vrede die gij het toewenst daarover, maar indien het huis het niet waard is, dan kere uw vrede tot u terug” (Matthéüs 10:12, 13). Sommigen zouden deze vrede van God gretig aanvaarden, anderen niet. Maar in geen van beide gevallen zou de christen zijn vrede met God of met de mensen verliezen.

Mensen die Gods vrede versmaden, zijn in feite met hem in oorlog. In de profetie waarin Jezus de gebeurtenissen opsomt die het teken van zijn tegenwoordigheid in Messiaanse koninkrijksmacht vormen, komt deze waarschuwende illustratie voor: „Wanneer de Zoon des mensen gekomen zal zijn in zijn heerlijkheid, en alle engelen met hem, dan zal hij . . . de mensen van elkaar scheiden, zoals een herder de schapen van de bokken scheidt” (Matthéüs 25:31-33). Bij de scheiding is de kwestie van Gods koninkrijk onder Christus in het geding. De reactie van mensen op het „goede nieuws van het koninkrijk” dat hun wordt gebracht door de ’geringsten van Christus’ broeders’, zal voor een groot deel bepalen welk oordeel zij ontvangen (Matthéüs 24:14; 25:34-46). Bij zijn scheidingswerk maakt Christus uitsluitend van vredelievende mensen gebruik om de boodschap van goed nieuws bekend te laten maken. Zo zou geen enkele tegenstander reden hebben om te zeggen: ’Zij hebben mij zo kwaad gemaakt dat ik „de boodschap van vrede” niet heb kunnen begrijpen.’

In een wereld waar zowel persoonlijke als internationale conflicten aan de orde van de dag zijn, is dus grote behoefte aan vredelievende mensen. In de ware christelijke gemeente zult u zulke mensen aantreffen. Moge de „God van vrede” u zijn heilige geest geven. Dan zullen kalmte, gemoedsrust en innerlijk evenwicht bijdragen tot uw geluk en u bevrijden van wrijvingen, twist, twijfel en vrees (Jesaja 32:17, 18). Bovendien zult u door „het goede nieuws van vrede” te verbreiden, het grootse voorrecht genieten anderen te helpen vredelievende mensen te worden. — Efeziërs 2:17; Matthéüs 28:19, 20.

[Inzet op blz. 15]

De vrede die het gevolg is van Gods wijsheid, doet meer dan conflicten voorkomen; ze streeft ernstig en actief naar een goede verhouding met anderen

[Illustratie op blz. 13]

De vrede die door Gods heilige geest wordt voortgebracht, is anders dan de vrede waarnaar de wereld zoekt

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen