-
VelddienstbijeenkomstenKoninkrijksdienst 1981 | september
-
-
Velddienstbijeenkomsten
31 AUGUSTUS – 6 SEPTEMBER
Als je het „Bijbelverhalen”-boek aanbiedt, hoe
1. leid je dan het Onderwerp voor gesprekken in?
2. ga je dan van de ene tekst op de andere over?
3. ga je dan over op de lectuuraanbieding?
7-13 SEPTEMBER
Hoe bied je de lopende tijdschriften aan
1. als de maandaanbieding wordt geweigerd?
2. als de huisbewoner het te druk heeft om het Onderwerp voor gesprekken te bespreken?
3. op tijdschriftendag?
14-20 SEPTEMBER
Hoe zou je een nabezoek brengen als je een „Bijbelverhalen”-boek hebt verspreid bij
1. een jongere?
2. ouders die het boek voor hun kinderen namen?
3. een bejaard persoon?
21-27 SEPTEMBER
Wat antwoord je als de huisbewoner het volgende zegt?
1. Wij krijgen een kerkblaadje.
2. Ik heb geen tijd om ze te lezen.
3. Wij behoren tot een andere religie.
-
-
Onderwerp voor gesprekkenKoninkrijksdienst 1981 | september
-
-
Onderwerp voor gesprekken
Zegeningen van de „Nieuwe Aarde”.
2 Petr. 3:13 — Een belofte van God.
Openb. 21:1a, 3, 4 — Wat dit voor de mensheid zal betekenen.
-
-
Dingen die van ernstig belang zijnKoninkrijksdienst 1981 | september
-
-
Dingen die van ernstig belang zijn
1 In Filippenzen 4:8 zegt Paulus dat wij ’al wat van ernstig belang is, moeten blijven bedenken’. En in Filippenzen 1:10 moedigt hij ons aan ’ons van de belangrijkere dingen te vergewissen’. Hij bedoelde niet alleen dat wij over deze ernstige en belangrijke dingen moesten nadenken of ze overpeinzen, maar hij had in gedachten dat wij ze daarna zouden volbrengen of in praktijk brengen (vs. 9). Dit zou in overeenstemming zijn met de raad van Jakobus om ’daders van het woord te worden, en niet alleen hoorders’ (Jak. 1:22). Wat zijn enkele dingen die wij als „van ernstig belang” moeten beschouwen?
BELANGSTELLING VOOR DE VELDDIENST
2 Vind je ook niet dat tijd opzij zetten om met anderen in de velddienst te gaan, iets van ernstig belang is? (Mark. 13:10) Voor velen zijn de weekeinden zo’n beetje de enige tijd die zij voor de velddienst hebben, en voor ouderlingen en dienaren in de bediening is het min of meer de enige tijd om met verkondigers in het veld te kunnen zijn. De tendens in de wereld is hele weekeinden aan ontspanning te besteden. Maar was dat de zelfopofferende loopbaan van ons Model en Voorbeeld Christus Jezus? Is het een loopbaan waaruit matigheid blijkt? Met mate van ontspanning genieten kan bepaalde voordelen hebben, maar er is evenwichtigheid voor nodig om de grootst mogelijke voordelen eruit te putten, en schadelijke gevolgen te vermijden. Het is geestelijk verzwakkend om af te dwalen van „de belangrijkere dingen”.
3 Van deur tot deur wandelen heeft gewoonlijk precies dezelfde goede uitwerking als ontspanning. Je krijgt lichaamsbeweging en een verandering van tempo. Je hebt omgang met gezinsleden en andere verkondigers die aanmoediging en opleiding nodig hebben. Kostbare schriftuurlijke waarheden worden in de geest gegrift. Anderen krijgen de gelegenheid het goede nieuws te horen en voor Gods wraak gewaarschuwd te worden. Je houdt er voldoeningschenkende herinneringen aan over die dagen daarna nog vrede des geestes schenken. „Mijn voedsel is, dat ik de wil doe van hem die mij heeft gezonden en zijn werk voleindig”, zei Jezus. Zijn gedachten waren bij de belangrijkere dingen (Joh. 4:34). Ook Johannes had dingen van ernstig belang in gedachten toen hij zei: „Wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid.” — 1 Joh. 2:17.
OMGANG EN STUDIE
4 Goede omgang is ook een zaak van ernstig belang. Na de namen genoemd te hebben van enkele personen die hij als goede omgang beschouwde, zei Paulus: „Zij zijn mijn enige medewerkers voor het koninkrijk Gods en juist zij zijn voor mij een versterkende hulp geworden” (Kol. 4:11). Paulus had beslist geen omgang met deze medewerkers in gedachten, op grote feesten tot laat in de avond, waar het zo gemakkelijk is zich aan onmatig eten en drinken over te geven en het moeilijk is de leiding in handen te houden. Met een paar anderen bij elkaar komen, mogelijk thuis met de gezinsleden erbij, heeft gewoonlijk betere resultaten wat betreft opbouwende gesprekken en uitwisseling van aanmoediging. In zo’n sfeer zijn er fijne gesprekken en ervaringen in de plaats van harde, onaangename muziek. De kinderen kunnen erbij zijn en er kunnen christelijke persoonlijkheden worden gevormd. Dit kan ertoe bijdragen dat er de volgende morgen doeltreffend en ijverig velddienst wordt verricht, terwijl tot laat in de avond feesten met een grote groep daar gewoonlijk niet toe bijdraagt.
5 Persoonlijke studie is in deze tijd nog een zaak van ernstig belang. Voor de meesten van ons is het niet gemakkelijk hier tijd voor te vinden, maar het vereist dat wij Paulus’ raad in Efeziërs 5:15, 16 opvolgen: „Ziet er . . . nauwlettend op toe hoe gij wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen, de gelegen tijd voor uzelf uitkopend, omdat de dagen goddeloos zijn.” Ben je bereid de kosten te betalen? Televisiekijken kan een van de dingen zijn ten aanzien waarvan tijd ’uitgekocht’ zou kunnen worden. Het betekent dat wij afwegen wat ’belangrijker’ is. Televisiekijken kan soms ontspannend en zelfs leerzaam zijn, maar het lezen van de bijbel en de lectuur van het Genootschap kan nog leerzamer zijn, en in geestelijk opzicht is deze wijze van ontspannen veel beter. — Vergelijk Romeinen 8:5, 6.
6 De psalmist zei: „In het doen van uw wil, o mijn God, heb ik behagen geschept” (Ps. 40:8). Eerst voor de belangrijkere dingen zorgen, is iets waarin ware christenen behagen scheppen. Ja, hard werken aan de werkelijk belangrijke dingen, de Koninkrijksbelangen, geeft ware voldoening en vreugde.
[Kader op blz. 1]
Broeders en zusters die tijdens een congres of bij een andere gelegenheid in een voor hen vreemd gebied werken, zijn vaak erg enthousiast over de resultaten. Eén factor is dat het gebied nieuw voor hen is en zij daarom een positieve instelling hebben. Zo werd een gemeente in Amsterdam onlangs zeer aangemoedigd door de komst van twee speciale pioniers in hun gebied. Deze beide broeders waren enthousiast en boekten voortreffelijke resultaten in dit moeilijke stadsgebied. Zij verspreidden niet alleen tientallen tijdschriften maar richtten binnen enkele weken drie studies op. Dit aantal groeide een paar weken later tot zes studies uit. Deze voortreffelijke resultaten gaf enkelen in de gemeente een nieuwe kijk op het gebied. Een broeder die normaal gesproken weinig verspreidt, sloot zelfs binnen een paar weken twee nieuwe abonnementen af en verspreidde tientallen tijdschriften. Ja, een positieve kijk op het gebied doet wonderen.
-
-
Een geschikte tijd om te pionierenKoninkrijksdienst 1981 | september
-
-
Een geschikte tijd om te pionieren
1 De vervulling van Matthéüs 24:14 vindt plaats gedurende de „korte tijdsperiode” die voorafgaat aan het in de afgrond werpen van Satan (Openb. 12:12). Dit houdt tevens in dat wij voor de prediking van de Koninkrijksboodschap ook nog maar een korte tijdsperiode hebben voordat het einde van dit samenstel komt. Ongetwijfeld staat jouw besluit vast hier een aandeel aan te hebben. In Prediker 3:7 zegt de wijze man dat er „een tijd om te spreken” is. Thans is die tijd er! Maar heb jij serieus de vraag beschouwd hoeveel tijd je eraan besteden moet? Dat is een beslissing die zowel op jouw eigen leven als op het leven van anderen van grote invloed kan zijn — op jouw leven, omdat Jehovah er behagen in schept wanneer je hem van ganser harte dient — op het leven van anderen omdat ’de oogst groot is, maar er weinig werkers zijn’. — Matth. 9:37.
BEHOOR IK TE PIONIEREN?
2 Moet je pionier zijn om je dienst van ganser harte te kunnen verrichten? Dat hangt er van af. Van ganser harte dienst verrichten, wil zeggen dat je in Jehovah’s dienst alles doet wat je kunt. Het is zonneklaar dat de omstandigheden van veel broeders en zusters hun niet toestaan om te pionieren. Er bestaan schriftuurlijke verantwoordelijkheden die voorrang hebben op de volle-tijddienst. Het besluit om je tijd al dan niet in de volle-tijddienst te besteden, is dus een beslissing die alleen jij zelf kunt nemen. — Gal. 6:5.
3 Velen bereiken een moment in hun leven dat hun omstandigheden het wel degelijk mogelijk maken dat zij in de volle-tijddienst gaan. Is Jezus’ leven hier niet een voorbeeld van? Toen hij de leeftijd van 30 jaar had bereikt was voor hem de tijd aangebroken om een aanvang te maken met het speciale werk dat hem door zijn Vader was opgedragen. Hij aarzelde niet (Luk. 3:23). Sta er eens bij stil hoeveel hij, vergeleken met de 30 jaar daarvoor, in de daaropvolgende drie en een half jaar volle-tijddienst tot stand bracht. De bijbel beschrijft de gebeurtenissen uit die eerste 30 jaar in slechts een paar regels. Maar het verslag over zijn predikingsactiviteit in de drie en een half jaar volle-tijddienst vult bijna vier bijbelboeken. Maar toch merkt Johannes hierover op: „Er zijn in werkelijkheid nog vele andere dingen die
-