Bent u bereid ontberingen te lijden?

HET is heerlijk wanneer men de majesteit van God, zijn liefde, zijn barmhartigheid en de voortreffelijke manier waarop hij met zijn volk handelt, gaat waarderen. Het is ook een hartverwarmend genoegen wanneer men met Gods volk bekend geraakt.

In deze wereld is het echter niet gemakkelijk het christendom aan te hangen. Wanneer u dit beseft en er toch mee bent begonnen Jehovah God te dienen, zult u het misschien nuttig vinden uzelf te onderzoeken door u bepaalde dingen af te vragen, zoals: Wat is mijn houding wanneer ik onaangename dingen meemaak? Volhard ik wanneer er ontberingen zijn? Ben ik vastbesloten God trouw te blijven als er zware vervolging uitbreekt? Hoe sta ik ertegenover eventueel het hoofd te moeten bieden aan tegenstand, economische moeilijkheden, ziekte, gevangenschap of andere beproevingen?

Wij moeten eerlijk tegenover onszelf zijn: Niemand lijdt graag ontberingen. Lijden stuit iedereen tegen de borst. Het is normaal enigszins bevreesd te zijn. En christenen zijn er beslist niet op uit zich moeilijkheden op de hals te halen of vervolging te ondergaan of ter dood gebracht te worden.

Niettemin zullen vervolgingen en andere ontberingen beslist komen. Jezus Christus heeft dit voorzegd. Maar hij heeft ook voorzegd dat God zijn dienstknechten, naast ontberingen, zoveel goede dingen zou schenken dat de problemen in vergelijking daarmee licht zouden zijn. Hij zei tot zijn discipelen:

„Een ieder die ter wille van mijn naam huizen of broers of zusters of vader of moeder of kinderen of landerijen heeft verlaten, zal vele malen meer ontvangen en eeuwig leven beërven.” — Matth. 19:29.

De apostel Paulus, die persoonlijk veel ontberingen heeft geleden, stemde hiermee in door aan medechristenen te schrijven:

„Alhoewel de verdrukking van korte duur is, en licht, bewerkt ze voor ons een heerlijkheid die van een steeds meer allesovertreffend gewicht is en eeuwig duurt, terwijl wij onze ogen niet gericht houden op de dingen die men ziet, maar op de dingen die men niet ziet. Want de dingen die men ziet, zijn tijdelijk, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig.” — 2 Kor. 4:17, 18.

Misschien hebt u wel veel stoffelijke bezittingen. Beschouwt u deze uitsluitend als pluspunten die u kunnen helpen een betere dienst voor God te verrichten? Zou u bereid zijn er zonder spijt afstand van te doen als er een geschilpunt op het gebied van rechtschapenheid zou rijzen? De apostel Paulus schreef ook nog:

„Om zijnentwil [van Jezus Christus] heb ik het verlies van alle dingen aanvaard en ik beschouw ze als een hoop vuil, opdat ik Christus moge winnen.” — Fil. 3:8; Luk. 14:26.

Ware christenen die gedurende Hitlers regime in Duitsland woonden, en in meer recente tijd de ware christenen in Malawi, hebben deze voortreffelijke hoedanigheid ten toon gespreid en alles opgeofferd om hun loyaliteit jegens God te handhaven.

DE HOEDANIGHEID ONTWIKKELEN

Gehoorzaamheid aan God is de sleutel tot het ontwikkelen van volharding. Hoe snel gehoorzaamt u de dingen die in Gods Woord worden geboden? Wanneer u Gods wil ten uitvoer brengt, moeten er vrijwel elke dag moeilijkheden overwonnen worden. Gehoorzaamt u echter toch bereidwillig? Dit kan een grote hulp voor u vormen wanneer u voor situaties komt te staan waarin meer dan normale volharding nodig is. Jezus’ halfbroer Jakobus gaf de raad:

„Beschouwt het een en al vreugde, mijn broeders, wanneer u verscheidene beproevingen overkomen, daar gij weet dat deze beproefde hoedanigheid [of dit bewijs] van uw geloof volharding bewerkt. Maar laat de volharding haar werk voltooien, opdat gij volkomen en in alle opzichten ongeschonden moogt zijn, in niets te kort schietend.” — Jak. 1:2-4; Kingdom Interlinear Translation.

Indien u derhalve de handelwijze van gehoorzaamheid aan God bent gaan volgen, zult u het stellig willen vermijden thans aan welke beproeving maar ook, al is deze nog zo klein, toe te geven. De verleidingen ten gevolge van de begeerten van het vlees kunnen veel druk op christenen uitoefenen, zowel van binnenuit henzelf als door de slechte „atmosfeer” en omgang in deze wereld. Hiertoe moeten ook seksuele immoraliteit, overmatig drinken en het gebruik van drugs, met inbegrip van tabak, gerekend worden. Ook vervolging kan een krachtige druk tot zondigen uitoefenen doordat men geneigd is te schipperen en zijn rechtschapenheid te verbreken. De apostel Petrus bracht tot uitdrukking welke vastberaden houding een christen dient te hebben toen hij schreef:

„Daar Christus dan in het vlees heeft geleden, zo wapent ook gij u met dezelfde gezindheid, want de persoon die in het vlees heeft geleden, heeft opgehouden te zondigen, om de rest van zijn tijd in het vlees niet meer voor de begeerten van mensen te leven, maar voor Gods wil.” — 1 Petr. 4:1, 2.

Indien u dus de christelijke levenswijze hebt aanvaard, waarvan u weet dat deze lijden ter wille van de waarheid omvat, en misschien al in zekere mate ter wille van rechtvaardigheid hebt geleden, is het thans beslist niet de tijd om terug te keren. — Luk. 9:62.

UZELF OP DE PROEF STELLEN

Wilt u nagaan of u volharding ontwikkelt, kijk dan naar wat u op het ogenblik doet. Bewaart u thans uw getrouwheid? Bestudeert u thans geregeld Gods Woord? Zorgt u ervoor dat u niet alleen de „melk” van het woord, de fundamentele leerstellingen, maar ook een „nauwkeurige kennis en volledig onderscheidingsvermogen” verwerft, opdat u zich „van de belangrijkere dingen moogt vergewissen”? — Fil. 1:9, 10; Ef. 5:16.

Doet u thans al het mogelijke om anderen te helpen? Of aarzelt u zichzelf ongemak aan te doen? (Gal. 6:10) Iemand die bereid is zich in het belang van het ware christendom enige moeite voor anderen te getroosten, ontwikkelt de hoedanigheid volharding. — Jak. 1:27.

Nog een belangrijke factor wordt beklemtoond door de volgende vraag: Erkent u dat uw succes in het doorstaan van beproevingen niet aan iets goeds in uzelf te danken is maar aan de kracht die door God wordt verschaft? (1 Petr. 4:11) Ziet u voor het verkrijgen van wijsheid en bekwaamheid vol vertrouwen naar God op en erkent u dat alles wat u bezit van hem afkomstig is? — Fil. 4:13; Jak. 1:5.

DINGEN DIE VERMEDEN MOETEN WORDEN

Wij dienen het in onze gehoorzaamheid aan God en met betrekking tot dingen die wij hebben verduurd, niet kalmer aan te gaan doen, in de gedachte verkerend dat wij ons doel hebben bereikt. Ook dienen wij geen trotse geest te ontwikkelen, in de mening verkerend dat wij, wanneer wij gedurende een bepaalde beproeving hebben volhard, „helden” zijn die met speciale egards behandeld dienen te worden of dat wij dichter bij het doel zijn gekomen dan onze broeders. „Wie tot het einde heeft volhard, die zal gered worden” (Matth. 24:13). Roep u, ter vermijding van een verkeerde houding, te binnen dat sommigen van degenen die jaren van ontbering en lijden in nazi-concentratiekampen hadden verduurd, later ten slachtoffer vielen aan materialisme of immoraliteit. Er is slechts één reden tot roemen, en dat is het kennen van Jehovah. — Jer. 9:23, 24.

Sommige mensen maken zich zorgen over bepaalde lichamelijke mishandelingen die hun misschien te wachten staan. Dit is onverstandig. Wij weten niet welke ontberingen wij persoonlijk wellicht moeten ondergaan. Niet allen zullen aan dezelfde beproevingen het hoofd moeten bieden. Het belangrijkste is dat wij op Jehovah vertrouwen. „God is getrouw en hij zal niet toelaten dat gij wordt verzocht boven hetgeen gij kunt dragen, maar met de verzoeking zal hij ook voor de uitweg zorgen, opdat gij ze kunt doorstaan.” — 1 Kor. 10:13.

Jehovah wil dat zijn volk gelukkig is. Hij schept er geen behagen in zijn volk te zien lijden. Maar hij maakt zelfs degenen die ontberingen lijden gelukkig doordat zij thans de gelegenheid hebben een eeuwig bericht van rechtschapenheid jegens de Universele Soeverein Jehovah God op te bouwen. — Matth. 5:11, 12.