Wat ziet u als u in de spiegel kijkt?

IN DE oudheid werden handspiegels dikwijls van metaal gemaakt, zoals met de hier afgebeelde bronzen spiegel het geval was. Ook al gebruikte men wel puimsteenpoeder om deze metalen spiegels te polijsten, toch hadden ze niet het gave, weerkaatsende oppervlak van hun hedendaagse glazen tegenhangers. Vandaar dat de apostel Paulus kon schrijven: „Op het ogenblik zien wij door middel van een metalen spiegel vage omtrekken” (1 Kor. 13:12). Toch kon iemand zijn gezicht in zo’n spiegel wel zien en kon hij proberen verbeteringen in zijn uiterlijke verschijning aan te brengen wanneer hetgeen hij zag, hem niet aanstond.

De discipel Jakobus gebruikte de spiegel in figuurlijke zin voor Gods woord, toen hij schreef: „[Wordt] daders van het woord en niet alleen hoorders, uzelf met valse overlegging bedriegend. Want indien iemand een hoorder van het woord is en geen dader, dan gelijkt zo iemand op een man die zijn natuurlijke aangezicht in een spiegel bekijkt. Want hij bekijkt zich en daar gaat hij heen en vergeet prompt wat voor soort van man hij is. Wie daarentegen tuurt in de volmaakte wet, die tot de vrijheid behoort, en daarbij blijft, die zal, omdat hij geen vergeetachtig hoorder maar een dader van het werk is geworden, gelukkig zijn wanneer hij het doet.” — Jak. 1:22-25.

De persoon die bij Gods wet blijft, is niet slechts een eerbiedig toehoorder op christelijke bijeenkomsten. Hij ziet waarin hij geestelijke veranderingen dient aan te brengen, en met Jehovah’s hulp brengt hij ze ook inderdaad aan. De apostel Paulus toonde aan dat christenen in hun bediening „de heerlijkheid van Jehovah gelijk spiegels weerkaatsen” (2 Kor. 3:18; 4:1). Derhalve is de bedachtzame ’dader van het woord’ op een in het oog springende wijze tevens een „dader van het werk”, dat wil zeggen, van het evangeliseren, en helpt hij anderen hun leven in het licht van Gods wet te bezien. Dit zal hen er hopelijk ook toe bewegen gelukkige discipelen van de Heer Jezus Christus te worden. — Matth. 28:19, 20.