’Versterkt uw geest opdat hij activiteit kan ontplooien’
SOMMIGE mensen gedragen zich net als elektriciteit. Zij zoeken altijd de weg van de minste weerstand. Als het enigszins mogelijk is, vermijden zij alles wat lichamelijke of geestelijke inspanning kost. Zij doen het liefst alleen maar gemakkelijke dingen en niet iets wat hen vermoeid of wat nogal moeilijk is. Hoe minder er van hen geëist wordt, hoe liever zij het hebben.
In deze houding schuilt een ernstige fout. Dit is niet de manier om lichamelijk en geestelijk vooruit te gaan en gezond te worden. Iemand heeft wel voordeel van activiteit maar niet van inactiviteit. Welke resultaten zal een atleet boeken als hij zich nooit inspant om meer te doen dan hetgeen hij zonder moeite kan? Alleen door er voortdurend naar te streven een grotere hoogte te bereiken, kan iemand die aan hoogspringen doet, zijn lichaam zo ontwikkelen dat de hoogten die vroeger moeilijk voor hem waren, nu binnen zijn bereik liggen. Zo is het nu met alles waar iemand aan begint. Wat op dit moment nog een enorme inspanning vraagt, zal, als iemand zich ervoor inspant, later veel gemakkelijker gaan.
Het menselijke lichaam was er niet voor bestemd inactief te zijn. Het moet in beweging blijven wil het goed gezond blijven. Daar oefenen echter vermoeiend is en veel inspanning vergt, vermijden velen het. In plaats van een trap op te lopen, gaan zij met de lift. In plaats van een wandeling te maken, nemen zij het een of andere vervoermiddel. Hoe langer de periode is waarin zij zich niet inspannen, hoe moeilijker het voor hen wordt de arbeid te verrichten welke voor geoefende personen niets te betekenen heeft.
In een artikel in de Science Digest van december 1958 werd uiteengezet welk een belangrijke rol lichamelijke activiteit bij de gezondheid speelt. Er werd namelijk in gezegd: „Gezondheid, uithoudingsvermogen, voeding en het algemene welzijn zijn alle afhankelijk van een gemeenschappelijke noemer — een goede bloedsomloop. De enige manier om dit te krijgen, is echter een systematische methode van in beweging blijven.”
Op dezelfde wijze als lichamelijke activiteit nodig is om het lichaam gezond te houden, is geestelijke activiteit een vereiste voor geestelijke gezondheid. De apostel Petrus erkende dit, want hij zei tot zijn medechristenen: „Versterkt uw geest opdat hij activiteit kan ontplooien” (1 Petr. 1:13, NW). Hun geestelijke activiteit was hun christelijke bediening. In tegenstelling tot de belijdende christenen die denken dat eenmaal per week naar de kerk te gaan al genoeg religieuze inspanning vormt, bestudeerden de vroege christenen Gods Woord ijverig en predikten zij het in het openbaar. Over deze activiteit sprak de apostel Paulus nu toen hij zei: „Laten wij dan door Hem Gode voortdurend een lofoffer brengen, namelijk de vrucht onzer lippen, die zijn naam belijden” (Hebr. 13:15). Zijn woorden maken ons bekend dat allen aan de christelijke bediening deelnamen en dat dit een onderdeel van hun aanbidding was waar zij regelmatig aan deelnamen.
Door deze activiteit maakten zij gebruik van de kennis die zij over God en zijn voornemen verkregen hadden. Zij spraken met de mensen over zijn wonderbaarlijke werken, zoals dat in Psalm 145:11, 12 was voorzegd, waar wij lezen: „Zij zullen van de heerlijkheid van uw koningschap spreken en van uw mogendheid gewagen, om den mensenkinderen zijn machtige daden te verkondigen en de luisterrijke heerlijkheid van zijn koningschap.”
Het was voor de vroege christenen niet gemakkelijk om er op uit te trekken en met vreemdelingen over Gods werken en voornemens te spreken. Het vermoeide hen zowel lichamelijk als geestelijk. Zij moesten hun geest tot activiteit aansporen door persoonlijk de Schrift te bestuderen opdat zij in staat zouden zijn er met de mensen over te redeneren en datgene wat zij zeiden met schriftuurlijke bewijzen te ondersteunen. Dat vereiste geestelijke inspanning. Daarnaast werden zij ook nog lichamelijk moe doordat zij van huis tot huis en van stad tot stad gingen om het Woord des levens te prediken. Het ware christendom is niet voor mensen die het er van willen nemen. Het is voor hen die bereid zijn zich ten aanzien van het doen van de Goddelijke wil te ontwikkelen en die mensen willen helpen de weg tot eeuwig leven en geluk te leren kennen. De vroege christenen waren zulke mensen. Christelijke activiteit was beslist noodzakelijk voor hun geestelijke gezondheid. Het hield hen dicht bij de allerhoogste Soeverein en hierdoor bleven zij zich bewust van de goddelijke wil.
Geestelijke activiteit is thans even belangrijk om geestelijk gezond te blijven als toen. Bingo, bazaars, loterijen enzovoorts in en door de kerk vallen echter niet onder geestelijke activiteit. De activiteit van een christen bestaat daarom thans in precies hetzelfde als in de dagen van de vroege christenen, want het omvat de openbare bekendmaking van Gods daden en voornemens. Het houdt in dat wij over zijn machtige daden en de glorie van zijn koningschap dienen te spreken. Dát is de geestelijke activiteit welke geestelijke gezondheid en goddelijke goedkeuring met zich meebrengt.
Het is niet voldoende dat men zegt dat men geloof heeft. Men moet bewijzen geloof te bezitten door zich in de christelijke bediening in te spannen. Men moet zijn geest tot activiteit aansporen door de Schriften te bestuderen, en daarna moet men in het prediken in het openbaar en het onderwijzen van Gods Woord der waarheid actief worden. De bijbelschrijver Jakobus zet duidelijk uiteen dat de bediening voor iedereen is. Hij schrijft: „Weest daders des woords en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden.” „Wat baat het, mijn broeders, of iemand al beweert geloof te hebben, als hij geen werken heeft? Kan dat geloof hem behouden? Gij ziet, dat een mens gerechtvaardigd wordt uit werken en niet slechts uit geloof.” — Jak. 1:22; 2:14, 24.
Iemand bewijst zijn geloof door zijn activiteit in de christelijke bediening. Jezus liet een voorbeeld voor zijn navolgers na door ook zelf de bediening te volbrengen. Door zijn werken bewees hij dat hij geloof had in zijn vader. Hij zocht niet de gemakkelijke weg van inactiviteit, maar spande zich in voor de openbare prediking en het onderwijzen van schriftuurlijke waarheden. Hij leerde zijn discipelen hetzelfde te doen. Op dezelfde wijze als zij hem in geestelijke activiteit navolgden, dienen christenen het thans ook te doen. Hun geestelijke welzijn hangt er vanaf. Dat is de reden waarom Jehovah’s getuigen er ook zo de nadruk op leggen en door middel van schriftuurlijke onderwijzingen de geest van de mensen opbouwen. Zij voeren een speciaal programma van bedieningsactiviteit door dat aan de schriftuurlijke vereisten voldoet.
Wij leven in een kritieke tijd waarin Gods voornemen bekendgemaakt moet worden. Het is een tijd waarin christenen een enorme activiteit aan de dag moeten leggen in het bekendmaken van het goede nieuws van Gods koninkrijk. Zij bewijzen door dit werk hun geloof en tonen zich waardig als onderdanen van dat koninkrijk de gift van eeuwig leven te ontvangen.